Zwartkijkers: aangeleerd of afgeleerd?

Geplaatst op Geupdate op

black and whiteTussen alle nieuwsberichten over de spanningen in de Oekraïne, gruweldaden van de ISIS-strijders, onlusten in Ferguson, explosies en ander leed, lees ik dit: ‘Sint moet een roetpiet krijgen’. Dat is nog eens goed nieuws! Een verrassende conclusie uit een studie van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en de Stichting Nationaal Sint Nicolaas Comité. En dat allemaal nadat bijna een jaar geleden de discussie rond Zwarte Piet losbarstte, omdat deze illustere figuur een symbool van discriminatie en onderdrukking zou zijn. Van de week leek de HEMA al de handen te branden aan de suggestie dit jaar Zwarte Piet helemaal te zullen discrimineren, door hem helemaal in de ban te doen. Maar nee, dat willen we natuurlijk ook niet: niet discrimineren, maar ook niet buitensluiten.

Zonder gekheid: het is natuurlijk een slechte zaak als mensen uit een bevolkingsgroep zich negatief bejegend voelen. En discriminatie op zich vind ik absoluut verwerpelijk. Dat is dan ook beslist iets wat we een halt moeten toeroepen als we dit opmerken. Ik vind het juist zo mateloos fascinerend dat er van ‘de mens’ zo’n slordige 7 miljard verschillende varianten van bestaan, allemaal even uniek. Allemaal verschillend, maar iedereen gelijk. Discriminatie is aangeleerd. Maar wel hopeloos uit de tijd en is wat mij betreft ook beter maar weer afgeleerd. Maar dit?

Vroeger had ik een vriendin (heel lang zelfs mijn beste vriendin, maar ook de beste vriendschappen kunnen uit elkaar groeien) en die was –platgezegd- zo zwart als roet. Niet dat je daar iets van zag hoor. Sterker nog: ik heb het zelf heel lang niet gezien. Ik zal zo rond de kleuterleeftijd zijn geweest toen we samen in de zandbak voor ons huis aan het spelen kwamen, toen ik erop gewezen werd. Een groepje kinderen begon haar te pesten door haar uit te schelden, door te zeggen dat ze zwart was. Zij, zwart? Nee, dat had ik niet gezien. Ik herinner me dat ik haar nog grondig bekeken heb, om te kijken of ze misschien in modder had gespeeld, of misschien ergens stiftstrepen had of zo. Maar ik had helemaal niets aan haar opgemerkt. Totdat die kinderen dat opmerkten. Die rotkinderen! Voor mij was ze nooit ‘zwart’, totdat iemand me erop gewezen had.

Dan een andere herinnering die zich bij me opdringt bij het lezen van het krantenartikel: een oom en tante van mijn man woonden gedurende een aantal jaren op Aruba, wat ons een open uitnodiging verleende om daar te komen logeren wanneer we maar wilden. Dat wilden we geregeld. En dat wilden we graag een keer in de winter. We hebben er in de haven de boot van Sinterklaas zien aankomen, inclusief Zwarte Pieten. Ik geloof niet dat ik ook maar een zweempje heb opgevangen van een onderdrukt verleden over een onderdrukt verleden van de Zwarte Pieten daar. Misschien omdat niemand ze daar op gewezen had?

En dan nu die verhelderende conclusie dat die zwarte roetmop gewoon écht een roetmop is. Letterlijk! Ik ben erdoor in vertwijfeling geraakt: is het echt een briljante compromis of is dit een slechte grap? Als kind geloofde ik ooit natuurlijk heilig in de Goedheiligman en zijn zwarte knecht, maar niet in een zekere schijnheiligheid daarachter. Ik wist namelijk niet beter of Zwarte Piet was ook echt een schoorsteenvegertje. Daarom was hij zwart als roet. En daarom zwaaide hij met een roede en kwamen cadeautjes altijd via de schoorsteen in de schoenen terecht. Dat was toch logisch? De combinatie was in de oude setting als een beetje grillig, maar toe nou toch, waarom zou een Spaanse heilige van Turkse komaf Hollandse kindertjes verrassen door een negerslaaf het dak op probeert te krijgen? Dat is vragen om ongelukken! Totdat ik erop gewezen werd…

 

Plaats een reactie