interseksueel

Je bent mooi zoals je bent

Geplaatst op Geupdate op

Vandaag mag je uitbundig anders of gewoon jezelf zijn,

je eigen regenboog inkleuren met een roze ondertoon.

Hopelijk blijft er iets voortbestaan van dit kleurrijk festijn

en wordt het feit dat ieder mens verschillend is heel gewoon…

Vandaag kun je even lekker buiten de lijntjes kleuren

helemaal uit je dak gaan, want ‘gay’ betekent ‘blijheid’,

maar misschien kan dat juist de wereld groter kleuren

en schuilt er juist een eenheid in zoveel verscheidenheid

Het zal niemand zijn ontgaan dat de jaarlijks Gay Pride Parade vandaag het beeld van de Amsterdamse grachten kleurrijk inkleurt op deze verder wat kleurloze dag. De Gay Pride Parade: iets tussen Caribisch carnaval en exhibitionisme in, met de nadruk op de homoseksuele identiteit. Toch? Behalve dat ieder naar mijn idee vooral moet doen wat hij of zij wil, is de Gay Pride Parade bij wijze van statement best krachtig en misschien zelfs op het randje van provocerend, want het heeft natuurlijk wel een boodschap!

Begrijp me niet verkeerd: ik vind het erg verontrustend dat er nog steeds plekken op de wereld bestaan waar homoseksuele relaties verboden zijn of anders op zijn minst worden afgewezen door de families en de naasten van de betrokkenen. Dat moet verschrikkelijk zijn! Er zijn zelfs plekken waar je door je geaardheid vogelvrij verklaard bent. Gelukkig is dat in ons land ondenkbaar. Toch? Of…

…maar ik weet niet of dat van mijn moeder mag!’ riep het jongetje vanaf de drempel van het huis waar ik voorbijliep, terwijl hij met een hand de deur openhield. Hij zal zo’n jaar of acht, negen, hooguit tien zijn geweest. Toen ik doorliep, zag ik even verder op de stoep het kind staan waar hij tegen sprak. Het schouderlange en ongecontroleerd krullende haar van het kind had bovenop een klein staartje, en het kind droeg een rozig gekleurd T-shirt op een korte broek, met verder een stoer spijkerjackje en grote gympen. Een bal was vastgeklemd onder de arm van het kind. Tegelijkertijd keek het kind naar mij, met een open blik uit twee prachtige indringende ogen. Grote bruine ogen, maar met een lichte kwinkslag erdoor. Wat een prachtige ogen! En wat een prachtig kind! – dacht ik. Maar of het nu een jongen of een meisje was? Dat was me eigenlijk niet duidelijk.

Wat maakt het uit?

Op hetzelfde moment bedacht ik me dat het voor mij ook helemaal niet uitmaakt of het nou een jongen of een meisje zou zijn, hooguit voor het kind zélf. Hoewel het kind eruit zag alsof het er ook absoluut niet toe deed. Het kind maakte in ieder geval op mij een blakend gezonde indruk, zo met van die roze blossen op de wangen van het spelen en het gaf een zorgeloze indruk.

Ik had schijnbaar het gevoel gehad om dit kind te willen labellen, met een etiketje ‘jongen’ of ‘meisje’, omdat we zo gewend zijn om kinderen van meet af aan zo aan te duiden. Maar nu wist ik het niet en misschien wist het kind het zelf ook niet. Boeiender vond ik het te merken dat het waarschijnlijk voor dat kind ook helemaal niks uitmaakte. Dat etiketje kan altijd nog. Of misschien blijft dat wel benauwen.

Ik vond het verfrissend om dit kind zo te zien, omdat het schijnbaar zo ook kan: dat het gewoon helemaal niks uitmaakt. Leerzaam ook, denk ik. Misschien zouden we moeten leren om de wereld weer eens te zien als door de ogen van een kind. Zonder direct te oordelen en te veroordelen, of de ander in een hokje te willen duwen.

Wie maakt het uit?

Dit relaas van jaren geleden is eigenlijk een intro tot een heftige gebeurtenis uit de hele andere kant van het spectrum: vorig jaar was namelijk, om de hoek van de straat waar ik dit kleurrijke kind ontmoette, een tiener van 14 jaar oud gruwelijk mishandeld is door een aantal leeftijdsgenoten. En dat enkel en alleen omdat deze tiener de vraag ‘Ben jij een meisje of een jongen?’ niet specifiek kon beantwoorden, maar waarop alleen maar het uitnodigende antwoord volgde “Ik ben wie ik ben en jij mag zijn wie je wil zijn’. En afschuwelijk genoeg maakte die groep tieners uit dat zij dat wel even uitmaakten.

Maar wat maakt het eigenlijk uit? Of: wie maakt het eigenlijk uit? Het was pas in 1990 dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) homoseksualiteit officieel schrapte van de internationaal gehanteerde lijst van ziekten, de International Classification of Diseases. Tot dan toe stond homoseksualiteit op die lijst als psychische aandoening te boek(!). Net zoals ik bijvoorbeeld lees wanneer de slavernij pas is afgeschaft, ben ik ook hiervan verbaasd hoe kort geleden dat feitelijk pas is. Moet je nagaan dat het tot dan toe gangbaar was -en nog steeds op veel plekken op de wereld nog steeds is- dat seksuele geaardheid als een ziekte kan worden getypeerd!

Als ‘gewoon jezelf kunnen zijn’ helemaal niet zo gewoon is, of helemaal niet kan…

Van de week liep ik op het Museumplein in Amsterdam, waar deze ‘straat’ van vlaggen mijn aandacht trok. En hoe feestelijk vlaggen ook mogen lijken: dat was het helemaal niet! Hier zie je een rij van 67 vlaggen die horen bij de 67 landen waar homoseksualiteit verboden is – bij veel van die landen kan het leiden tot gevangenschap en zelfs bij 11 van die landen tot de doodstraf! Zet dat eens in het licht van het gegeven dat huwelijksverbintenissen tussen mensen van hetzelfde geslacht nog maar pas in 34 landen wettelijk is toegestaan…. Als je langs deze vlaggen loopt, op alfabetische volgorde van de landen waar ‘gewoon jezelf zijn’ je je vrijheid of je leven kan kosten, dan kan het niet anders of het doet wat met je.

Aan het einde van dit ‘straatje’ vlaggen volgt een grote foto-expositie -mét begeleidende uitleg- van en over mensen met intersekse.

Geen van beiden of juist beiden?

Ik heb wel eens gelezen dat de ‘natives’ in Amerika, de oorspronkelijke indianenstammen, mensen ook niet categoriseren in ‘man’ of ‘vrouw’, omdat ze uitgaan van de gedachtegang dat iedereen wel eigenschappen van beiden in zich heeft. Terwijl dat labellen uit onze cultuur niet weg te denken is. Het begin al bij de geboorteaangifte, en bij een paspoort. Maar wat als het niet duidelijk is?

Even terug naar het begrip ‘interseksueel’. Daar had ik ooit wel iets over gelezen of van begrepen. Maar achteraf eigenlijk maar bar weinig… Tja, ik wist wel dat de interseksuele medemens in de Oud Griekse cultuur een eigen plek innam onder de term ‘hermafrodiet’ en dat aan deze mensen dacht ik zelfs magische krachten werden toegeschreven. Maar sinds kort weet ik er wat meer van. En voor diegenen die hier net zo bleu als ik eerder in staan:

Het valt niet altijd uit te maken…

Want interseksuelen hebben eigenschappen van beide seksen -niet te verwarren met ‘genderfluid’, naar ik heb begrepen, of juist met de tegenovergestelde sekse dan die men op het eerste gezicht zou vermoeden, dus ‘transgender’. Daar is de kous nog niet mee af, want het gevolg kan van heel verschillende oorsprong zijn: genetisch, anatomisch of hormonaal, ofwel door de uiterlijke of inwendige geslachtskenmerken, door een verstoring in chromosomen of hormonen, of door combinaties daarvan. Sommigen hebben die kenmerken al vanaf de geboorte, bij anderen openbaart het zich pas rond de puberteit, als de fysieke ontwikkeling anders verloopt dan verwacht.

Wat mij daarbij nog het meest onthutste was de mate waarin interseksualiteit voor blijkt te komen: bij een kleine 2% van de mensen! Dat betekent dat in elke 2 schoolklassen er wel een kind zit met interseksuele kenmerken en in elke gemiddelde Nederlandse straat er wel iemand woont met deze seksuele typering. Net zo vaak als bijvoorbeeld mensen met rood haar. Of groene ogen.

Weten neemt de angst voor wat je denkt te weten weg

Dat is toch erg?! Waarom heb ik dit nooit op school geleerd? Waarom leerde ik met biologieles wel dat blauwe ogen dominant zijn boven groenkleurige, maar dit niet? Zou het niet al heel veel verschil uitmaken als dit fenomeen tenminste tijdens de biologieles of lessen maatschappijleer op school ter sprake zou komen??

Zo al verder denkend bedacht ik me dat de problemen waar de intersksuelen mee kampen legio zijn. Niet alleen is het in sociaal, fysiek en mentaal opzicht een probleem, maar ook in allerlei praktische en maatschappelijke situaties. Omdat niet ieder mens niet simpelweg als ´man´ of ´vrouw´ te typeren is en er tussen dat zwart en wit nuances grijs kunnen bestaan. Dat eindigt niet bij het dilemma van de keuze voor welke deur je kiest bij openbare toiletten, maar ook burgerrechterlijk, want hoe registreer je een interseksueel persoon in officiele documenten? En ook taalkundig schieten we hierin simpelweg tekort.

Het maakt niets uit!

In het verlengde van de Gay Pride Parade hangt nu op veel plekken de regenboog-vlag uit. De bekendste betekenis van de regenboog als symbool is misschien wel die van het symbool van de hoop. En daar houd ik me maar aan vast. Want ik hoop dat als iedereen dit weekend lekker gek heeft kunnen doen, alle homo’s, lesbiennes, biseksuelen, transgenders en hetero’s volgende week ook gewoon hand in hand over straat kunnen lopen, zonder dat ze beschimpt en bespot worden. Dat ieder onder welke omstandigheid dan ook altijd volop zichzelf kan en mag zijn, zonder ergens van te worden uitgesloten. Dat we eens minder in hokjes denken of in hokjes duwen, en ieder individu accepteren in ieders unieke identiteit. En dat iedereen ook inziet dat de bonte verzameling van verschillende mensen de wereld juist zo kleurrijk maakt, van welke seksuele geaardheid, culturele en religieuze identiteit en huidskleur dan ook. En niet alleen vandaag. Dat is maar te hopen…!

Wees dus vooral trots op jezelf, wie of wat je ook bent, want dat mág.

Nee, de wereld is niet plat en ‘de mens’ bestaat uit zo’n 8 miljard verschillende verschijningsvormen – een kleurrijke wereld! Kinderen van God of sowieso kinderen van deze wereld: ik wens alle ‘regenboogmensen’ een mildere wereld waarin ieder vooral zichzelf mag zijn; allemaal uniek maar wel iedereen gelijk. Want: daar wordt de wereld kleurrijk van!

Meer weten / meer doen? Amnesty strijdt voor LHBTI+-rechten! klik hier voor meer informatie

Mooi zoals je bent!

Geplaatst op Geupdate op

‘…maar ik weet niet of dat van mijn moeder mag!’ riep het jongetje vanaf de drempel van het huis waar ik voorbijliep, terwijl hij met een hand de deur openhield. Hij zal zo’n jaar of acht, negen, hooguit tien zijn geweest. Toen ik doorliep, zag ik even verder op de stoep het kind staan waar hij tegen sprak. Het schouderlange en ongecontroleerd krullende haar van het kind had bovenop een klein staartje, en het kind droeg een rozig gekleurd T-shirt op een korte broek, met verder een stoer spijkerjackje met grote gympen. Een bal was vastgeklemd onder de arm van het kind. Tegelijkertijd keek het kind naar mij, met een open blik uit twee prachtige indringende ogen. Grote bruine ogen, maar met een lichte kwinkslag erdoor. Ik denk van gemengd bloed. Wat een prachtige ogen! En wat een prachtig kind! – dacht ik. Maar of het nu een jongen of een meisje was? Dat was me eigenlijk niet duidelijk.

Wat maakt het uit?

Op hetzelfde moment bedacht ik me dat het voor mij ook helemaal niet uitmaakt of het nou een jongen of een meisje zou zijn, hooguit voor het kind zélf. Hoewel het kind eruit zag alsof het er ook absoluut niet toe deed. Het kind maakte in ieder geval op mij een blakende indruk, zo met van die roze blossen op de wangen van het spelen en het gaf een zorgeloze indruk.

Ik had schijnbaar het gevoel gehad om dit kind te willen labellen, met een etiketje ‘jongen’ of ‘meisje’, omdat we zo gewend zijn om kinderen van meet af aan zo aan te duiden. Maar nu wist ik het niet en misschien wist het kind het zelf ook niet. Boeiender vond ik het te merken dat het waarschijnlijk voor dat kind ook helemaal niks uitmaakte. Dat etiketje kan altijd nog. Of misschien blijft dat wel benauwen.

Ik vond het verfrissend om dit kind zo te zien, omdat het schijnbaar zo ook kan: dat het gewoon helemaal niks uitmaakt. Leerzaam ook, denk ik. Misschien zouden we moeten leren om de wereld weer eens te zien als door de ogen van een kind. Zonder direct te oordelen en te veroordelen, of de ander in een hokje te willen duwen. Mooi kind, ik hoop en wens dat je zo onbevangen jezelf mag blijven!

Wie maakt het uit?

Dit relaas is eigenlijk een intro tot een heftige gebeurtenis uit de hele andere kant van het spectrum: gisteren is namelijk, om de hoek van de straat waar ik dit kleurrijke kind ontmoette, een tiener van 14 jaar oud gruwelijk mishandeld is door een aantal leeftijdsgenoten. En dat enkel en alleen omdat deze tiener de vraag ‘Ben jij een meisje of een jongen?’ niet specifiek kon beantwoorden, maar waarop alleen maar het uitnodigende antwoord volgde “Ik ben wie ik ben en jij mag zijn wie je wil zijn’. En afschuwelijk genoeg maakte die groep tieners uit dat zij dat wel even uitmaakten.
Maar wat maakt het eigenlijk uit? Of: wie maakt het eigenlijk uit? Het was pas in 1990 dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) homoseksualiteit officieel schrapte van de internationaal gehanteerde lijst van ziekten, de International Classification of Diseases. Tot dan toe stond homoseksualiteit op die lijst als psychische aandoening te boek(!).

Net zoals ik bijvoorbeeld lees wanneer de slavernij pas is afgeschaft, ben ik ook hiervan verbaasd hoe kort geleden dat feitelijk pas is. Moet je nagaan dat het tot dan toe gangbaar was -en nog steeds op veel plekken op de wereld nog steeds is- dat seksuele geaardheid als een ziekte kan worden getypeerd! (hou me ten goede: er is in mijn beleving wel een groot onderscheid met seksuele voorkeuren die eindigen op de toevoeging ‘-fiel’ achter het woord, die natuurlijk wel verwerperlijk zijn en die fysiek en / of mentaal een ander kunnen beschadigen).
Ik heb wel eens gelezen dat de ‘natives’ in Amerika, de oorspronkelijke indianenstammen, de mensen ook niet categoriseren in ‘man’ of ‘vrouw’, omdat ze daar uitgaan van de gedachtegang dat iedereen altijd wel eigenschappen van beiden in zich heeft. Terwijl dat labellen uit onze cultuur niet weg te denken is. Het begin al bij de geboorteaangifte, en bij een paspoort. Maar wat als het niet duidelijk is?

Even terug naar het begrip ‘interseksueel’. Daar had ik ooit wel iets over gelezen of van begrepen. Maar achteraf eigenlijk maar bar weinig… Tja, ik wist wel dat de interseksuele medemens in de Oud Griekse cultuur een eigen plek innam onder de term ‘hermafrodiet’ en dat aan deze mensen dacht ik zelfs magische krachten werden toegeschreven. Maar sinds kort weet ik er wat meer van. En voor diegenen die hier net zo bleu als ik eerder in staan:

Het valt niet altijd uit te maken…

Want interseksuelen hebben eigenschappen van beide seksen -niet te verwarren met ‘genderfluid’, naar ik heb begrepen, of juist met de tegenovergestelde sekse dan die men op het eerste gezicht zou vermoeden, dus ‘transgender’.
Daar is de kous nog niet mee af, want het gevolg kan van heel verschillende oorsprong zijn: genetisch, anatomisch of hormonaal, ofwel door de uiterlijke of inwendige geslachtskenmerken, door een verstoring in chromosomen of hormonen, of door combinaties daarvan. Sommigen hebben die kenmerken al vanaf de geboorte, bij anderen openbaart het zich pas rond de puberteit, als de fysieke ontwikkeling anders verloopt dan verwacht.

Wat mij daarbij nog het meest onthutse was de mate waarin interseksualiteit voor blijkt te komen: bij een kleine 2% van de mensen! Dat betekent dat in elke 2 schoolklassen er wel een kind zit met interseksuele kenmerken en in elke gemiddelde Nederlandse straat er wel iemand woont met deze seksuele typering. Net zo vaak als bijvoorbeeld mensen met rood haar.

Weten neemt de angst voor wat je denkt te weten weg

Dat vind ik erg! Waarom heb ik dit nooit op school geleerd? Waarom leerde ik met biologieles wel dat blauwe ogen dominant zijn boven groenkleurige, maar dit niet? Zou het niet al heel veel verschil uitmaken als dit fenomeen tenminste tijdens de biologieles of lessen maatschappijleer op school ter sprake zou komen??

Zo al verder denkend bedacht ik me dat de problemen waar de interseksuelen mee kampen legio zijn. Niet alleen is het in sociaal, fysiek en mentaal opzicht een probleem, maar ook in allerlei praktische en maatschappelijke situaties. Omdat niet ieder mens niet simpelweg als ´man´ of ´vrouw´ te typeren is en er tussen dat zwart en wit nuances grijs kunnen bestaan. Dat eindigt niet bij het dilemma van de keuze voor welke deur bij openbare toiletten, maar ook burgerrechterlijk, want hoe registreer je een interseksueel persoon in officiele documenten? En ook taalkundig schieten we hierin simpelweg tekort.

Het maakt niets uit!

Kortom: een stukje (h)erkenning en bewustwording is zo gek nog niet. Zeker bij die leeghoofdige daders, die met hun bekrompen geesten misschien wel op hun eigen angsten inbeukten…
Kinderen van God of sowieso kinderen van deze wereld: ik wens alle ‘regenboogmensen’ een mildere wereld waarin ieder vooral zichzelf mag zijn, allemaal uniek maar iedereen gelijk. Frederique is nu het gezicht voor de wijze uitspraak ‘je mag zijn wie je bent’en die woorden overstigen de laffe daad van deze verknipte daders nog lang. Want: daar wordt de wereld kleurrijk van!