trick or treat

Met de mantel der liefde – over de Dag van de Mantelzorg en Sint Maarten

Geplaatst op

Vandaag, 10 november, is het de ‘Dag van de Mantelzorg’. Daarbij dringt een hardnekkige associatie zich aan me op met de dag die hierop volgt: Sint Maarten. Het is me niet helemal duidelijk hoe het verhaal van de heilig verklaarde Romeinse soldaat Maarten, die zijn mantel in tweeën verdeelde en de helft aan een bedelaar gaf, is vervormd tot een traditie van snoep bedelen rond een lampionnentocht, maar goed; we kunnen in ieder geval concluderen dat hij de eerste ‘mantelzorger’ was… 

Die Sint Maarten-dag heeft best een rare datum: 11 november, oftewel 11-11, ‘De elfde van de elfde`. Gekkengetal. Of gekkenwerk, dat kan ook….  

Of er dit jaar weer een Sint Maarten-optocht bij ons door de straat zal trekken, weet ik niet. Wat ik wel weet, is dat op de laatste dag van oktober, de 31e, en de eerste dagen van deze maand, op de 1e en 2e november, kindertjes bij ons aanbelden en onder begeleiding van het roepen van “Trick or treat!” een tas onder mijn neus duwden, met de bedoeling om daar wat lekkers te ontvangen. Drie dagen op rij dus. De zomers duren weliswaar steeds langer, maar geldt dan nou ook voor de oude tradities? Blijkbaar liepen er wat buurtinitiatieven door elkaar heen, of kinderen en data liepen door elkaar heen. En dan op 11 november zeker weer aanbellen voor snoep? Dat lijkt me niet helemaal de bedoeling… 

Sint Maarten  was soldaat bij het Romeinse leger. Op een dag reed Maarten met een groep soldaten naar een stad. Het was winter en Maarten droeg een warme mantel. Toen de groep aankwam bij de stadspoort, kwam er een arme man op Maarten af. Hij had geen schoenen en geen jas aan en had het erg koud. Maarten wilde de man zijn mantel geven, maar het maakte deel uit van zijn soldatenuniform en het was strafbaar om onderdelen van zijn tenue kwijt te raken. Dus deed hij zijn mantel uit en hakte de mantel door de helft met zijn zwaard. Dat Sint-Maarten niet zijn hele, maar alleen zijn halve mantel schonk, was dus geen slimmigheidje om het keizerlijk gebod te omzeilen. Sint-Maarten handelde naar het woord ‘Heb je naaste lief zoals jezelf’.De Katholieke kerk heeft Maarten heilig verklaard en sindsdien wordt op 11 november Sint Maarten herdacht met de lampionnentocht, om symbolisch aan te geven dat je een lichtje kunt zijn voor een ander. 

Maar wat moeten wij dan met deze dag? Wat geven we hiermee aan en wat geven we hiermee door? Wat voor een lichtje kunnen wij hiervan opsteken? Was de onderliggende boodschap niet het delen met elkaar, in plaats van alleen maar te willen ontvangen? Ook in onze samenleving zijn er mensen die zorg nodig hebben. En daarbij gaat het niet alleen om fysieke zorg. Degenen die belangeloos hun tijd en aandacht geven om zorg te verlenen, noemen we heel treffend ‘mantelzorgers’. Net als Sint-Maarten omhullen ze anderen met een mantel van warme aandacht en zorgende liefde.

Ieder jaar rond deze tijd denk ik ook terug aan een kennisje. Ze was al heel erg ziek toen ik haar voor de laatste keer bezocht. Van dat bezoek heb ik naderhand gedacht dat ik er al te laat mee was en dat zij mij er misschien nog wel meer een plezier mee deed dan ik haar, maar goed. Dat paste bij haar, die bescheidenheid en haar talent om te geven, om uiteindelijk zichzelf weg te geven. Op 11 november was haar uitvaart. En het was net of haar afscheid kracht werd bijgezet en de wereld haar uitgeleide deed in een zee van licht door de talloze lichtjes van brandende lampions in de straten – en ook dàt is voor mij Sint Maarten… 

Hebben we vandaag de dag nog wel genoeg energie voor zoveel lichtjes? Door de stijgende energiekosten is het nog niet zo eenvoudig om het licht aan te steken of de verwarming open te draaien in de mate die we gewend waren. Het licht is dan misschien op rantsoen voor deze of gene, maar dat belet ons niet om zelf een lichtje voor een ander te kunnen zijn of een lichtje uit te dragen. Om daarin letterlijk voor een ander iets te kunnen betekenen, zijn er initiatieven ontplooid om de gestegen kosten voor gas en elektra met elkaar te delen: de energietoeslag die bijna iedereen in november en december ontvangt heeft niet iedereen even hard nodig. Zo is er bijvoorbeeld het warmhartig platform 190euro.nl die de ‘energiearmoede’ helpt te ondervangen voor noodlijdende gezinnen. Want een warme mantel kunnen velen deze winter goed gebruiken – letterlijk en figuurlijk! 

‘Veel zal hij geven, lang zal hij leven.
Geen van tweeën wordt er armer van,
alle twee word je er warmer van’

Ja, op 10 november gaat het om heel wat anders dan het (uit)delen van snoep: dan gaat het om al die mensen die, doorgaans mateloos en grenzeloos, de zorg dragen voor een ander, die geven zonder terug te willen ontvangen. Al die zorg bedekken ze met de mantel der liefde. Mantelzorg: momenten van intensieve zorg, intiem en persoonlijk –  een kleurrijke en warme mantel, maar van tijd tot tijd ook zwaar en beknellend. 

Misschien kunnen we een beetje liever zijn voor al die helden zonder cape. Misschien kunnen we soms even die mantel van een ander aanpakken, of ervoor zorgen dat die mantel van zorg wat minder zwaar op de schouders leunt? Want zorgen: dat vraagt om bewondering en respect, en daar moeten we zuinig op zijn… Mantelzorg: soms gekkenwerk, maar uiteindelijk niets dan liefdewerk! Het leert ons dat we tenminste voor elkaar een lichtje in donkere dagen kunnen zijn! 

Hallo wie? Halloween! en Allerzielen nog aan toe…

Geplaatst op Geupdate op

2bfd144b-d75a-4ad7-937d-576930eacbcc-large16x9_halloween2MGNJe ziet het de laatste jaren steeds meer: verwijzingen naar Halloween. Halloween is een feestdag die vooral in Engelstalige landen gevierd wordt en inmiddels wordt het ook hier steeds populairder. Op 31 oktober verkleden kinderen zich, en bellen als het donker wordt aan bij huizen die versierd zijn met pompoenen en lichtjes. Dan roepen ze trick or treat, waarbij je een plagerijtje (trick) of iets lekkers (treat: snoep) kan krijgen. Voor de echte durfals zijn er Halloweenfeesten, waarbij iedereen ‘eng’ verkleed is.

De naam “Halloween” is afgeleid van Hallow-e’en, oftewel All Hallows Eve (Allerheiligenavond), de avond voor Allerheiligen, op 1 november. In de Keltische kalender begon het jaar op 1 november, dus 31 oktober was Oudejaarsavond. De oogst was binnen, en dus was er even tijd voor een vrije dag en groot feest: het Keltische Nieuwjaar of Samhain (het Ierse woord voor de maand november).

In Groot-Brittannië werd Halloween vooral door de Kelten gevierd. Die geloofden dat op die dag de geesten van alle gestorvenen van het afgelopen jaar terugkwamen, om te proberen een levend lichaam in bezit te nemen voor het komende jaar. Om de boze geesten af te weren, droegen ze maskers. In de 9e eeuw vermengde het christendom zich met het Halloweenfeest. Op Allerzielen (2 november) gingen in lompen gehulde christenen in de dorpen rond en bedelden om zielencake (brood met krenten). Voor elk brood beloofden ze een gebed te zeggen voor de dode verwanten van de schenker, om zo hun bevrijding uit de tijdelijke straf van het vagevuur en hun opname in de hemel te versnellen. De trick-or-treat-tocht vindt daarin zijn oorsprong. In de Verenigde Staten maakte het feest opgang in de 19e eeuw, onder invloed van Ierse en Schotse immigranten.

In Mexico kent men ‘Día de Muertos’; de Dag van de Doden, die tegelijk met onze Allerzielen wordt gevierd. Men gelooft dat op die dag de zielen van overleden kinderen naar de aarde terugkeren. Op of rond die Dag van de Doden worden de graven van dierbaren schoongemaakt en versierd; soms bouwen families daar zelfs hele altaren omheen. Er wordt eten geofferd om de geesten gunstig te stemmen. Deze feestdag vindt zijn oorsprong in Azteekse gebruiken, waarbij voorouderverering een belangrijke plaats innam. Na de komst van de Spanjaarden werd het feest geassimileerd door het christendom. En daarbij worden de overledenen herdacht die in het voorbije jaar zijn overleden. Er wordt dan gebeden voor hun zielenheil. Zo worden nog steeds op 2 november –Allerzielen dus- de gestorvenen herdacht. Het is dus een mengelmoesje waar ergens in de geschiedenis een christelijk sausje overgegoten is en verweven in de eigen geloofstraditie. 

Het vindt zijn oorsprong in oude culturen, waarbij de kalender van de natuur bepalend was. En ergens denk ik dat dáárin in ieder geval de overeenkomst is blijven bestaan: er is sprake van een afscheid, een einde, in de hoop en het vertrouwen op een nieuw begin. Het leven trekt weg en de natuur trekt zich in zichzelf terug, om zich later weer in volle glorie te kunnen tonen. Maar op die dag zelf, is de lucht ijl, koud, verstild. Alsof alles de adem inhoudt en wacht op wat komen zal. En ergens in die leegte van de kale donkere landschappen kunnen ook wij voelen hoezeer onze dierbaren ons nog nabij schijnen, ook al zijn ze niet meer ‘hier’. Om ons te realiseren dat de overledenen niet daar zijn waar we ze achterlieten, maar overal om ons heen. Zo lang we nog aan ze denken, worden ze niet vergeten – want zo werkt het toch? 

Hoe dan ook: ik heb mogen ervaren dat de doden zich niet alleen op die ene dag laten gedenken, maar regelmatig langskomen: op kalenders, verjaardagen, in liedjes en in de gedachten en gebeden die we aan ze wijden. Liefst zouden we hen die we liefhadden voor altijd bij ons houden, maar er rest ons niets anders dan ze levend te houden onder ons. En hoewel niemand precies weet waar de zielen blijven wanneer mensen zijn gestorven, weet ik wie we in ieder geval treffen op de begraafplaatsen: de nabestaanden. Als voort-bestaanden dus. Daar ben ik met Allerzielen ook te vinden, op die plek waar je niet dood gevonden wilt worden.

Allerzielen: dag om de overledenen levend te houden. In onze gedachten, onze verhalen en vooral in ons hart. Misschien mag het bloemetje en de aandacht met Allerzielen uitgaan naar de achterblijvers, die iemand hebben verloren. Want zeg eerlijk: die zijn dikwijls toch het aller-zieligst. En dan, dan wordt het misschien toch een beetje een dag om te vieren…

NB: op zondag 3 november wordt Allerzielen ‘gevierd’ op Begraafplaats Buitenveldert, met bijzondere vormen van gedenken. En ik ben er te vinden in de gedenkhoek. Daar ben ik onder andere te vinden met een aantal exemplaren van mijn Dag-boek. Meer informatie over de begraafplaats, zie hier

kaft Dag-Boek