Allerheiligen

When The Saints Go Marching In

Geplaatst op Geupdate op

over Allerheiligen – en dat zijn er best veel…

  • serie wandtapijten ‘All Saints’, John Nava in the Cathedral of Our Lady of the Angels, L.A.

‘When the Saints Go Marching In’, is een bekende Amerikaanse ‘hymne’ die ze in New Orleans hebben aangenomen als hun onofficiële volkslied, en die in de loop der tijd is vertolkt door grootheden als Louis Armstrong, Fats Domino, Elvis Presley, B.B.King, Mahalia Jackson en vele, vele anderen en er spreekt gospel tussen de regels door.  

Laat die heiligen vandaag, 1 november, met Allerheiligen, maar binnenkomen, met de hele santenkraam!  

Ze zijn er in soorten en maten. Elke dag kan een heilige in het zonnetje gezet worden als we kijken naar de heiligenkalender. Aan sommigen zijn gebeden gewijd en aan enkelen zelfs processies of een hele bedevaart; heiligen aanroepen kan en mag naar believen. 

Wie katholiek is opgevoed, is vertrouwd met kerkelijke kunst en weet dat heiligen met een aureool, gebarend (wijzend, zegenend, biddend) en met vaste voorwerpen worden afgebeeld. Ze hebben dus hun eigen spulletjes waarmee ze rondsjouwen.   

Sommigen hebben deeltaken gekregen. Dat behelst zelfs moderne problemen waarover ze zich buigen: zo is er een heilige van het internet, de televisie, de mobiele telefoon, en zelfs tijdens de pandemie konden we ons richten tot de heilige Corona, alias St Stephania.  

We kennen zelfs een “Beschermheilige van wanhopige gevallen en verloren zaken”: St. Judas Thaddeus. Hij had als bijnaam ‘de dappere’ – voor wanhopige zaken een handige karaktereigenschap. Het zou zomaar kunnen dat hij een heel druk kantoor te runnen heeft. Hij wordt doorgaans afgebeeld met een knots of een bijl, wat misschien betekent dat hij korte metten maakt met dergelijke zaken. 

Een bekende ‘last’ is die van St Christoffel, de reus die ‘Christusdrager‘ wordt genoemd, omdat hij het Christuskind op zijn schouders droeg. Dat overigens zonder zijn weten, waardoor hij bijna verdronk terwijl ze de rivier overstaken. Letterlijk en overdrachtelijk kan hij ons van pas komen tijdens onze reis, als wij dreigen te bezwijken onder onze last; weet dan dat Christus op je schouders rust! Er is ook een heilige die bescherming biedt tegen kwade echtgenoten, maar diens hulp heb ik goddank nog nooit hoeven inroepen. 

Dienen zij hiermee als mediator van Christus, of als voorbeeld en identificatiefiguur, of zijn ze een soort van talisman? Heeft het een diepere religieuze betekenis wanneer we bijvoorbeeld als we iets kwijt zijn de heilige Antonius aanroepen, of is dit eerder een element van bijgeloof of volksdevotie? In welke zin kunnen heiligen nog steeds een inspiratiebron vormen voor mensen vandaag de dag? Hebben ze ons nog iets te zeggen? Bieden ze ons steun en bescherming? 

Heiligen hebben twee functies. Allereerst dienen ze ons als voorbeeld. Hun levenswijze was zo inspirerend, dat we er een voorbeeld aan kunnen nemen. Ze worden heilig genoemd, omdat ze nauw verbonden met God geleefd hebben. Daardoor straalt hun leven iets uit, een aspect van Gods liefdevolle aanwezigheid. Kortom, het zijn mensen die ons hebben voorgeleefd. Het tweede is al genoemd: in onze gebeden kunnen we hun hulp inroepen. We vragen dan of zij in de hemel bij God met ons hier op aarde meebidden om onze intenties kracht bij te zetten, als wij het moeilijk hebben.   

Hoewel ze een niveau van bovenmenselijke invloed bereiken, is er overigens wel een voorwaarde verbonden aan de functieomschrijving van heilige: voor een heiligverklaring moet er wel een wonder gebeurd zijn… 

Heiligen zijn ooit begonnen als heel gewone mensen, van alle tijden en van overal ter wereld. De verhalen van heiligen vertellen ons iets over bewogen levens, die dankzij de kracht van hun overtuiging bewogen van donker naar licht, van angst naar vertrouwen. 

Het zijn mensen die we vandaag de dag nog kunnen ontmoeten en misschien werkt dat nog steeds zo. In hun moderne alledaagse verscheidenheid. Want zo zijn heiligen: zo divers als de mensheid zelf. En als je goed kijkt, dan vind je ze. 

*blog eerder verschenen in ‘Spirit’ september 2022, uitgave parochie R.K.Amstelland i.s.m. De Zalige Zalm

Doodeng vandaag! Of doodleuk?

Geplaatst op Geupdate op

Is het Halloween, Día de Muertos, Allerheiligen, Sint Maarten, Herdenkingsdag, of de Dag van de Stilte? Of dat allemaal?

Halloween…

Je ziet steeds meer verwijzingen naar Halloween. Halloween is een feestdag die van oorsprong in Engelstalige landen gevierd werd en inmiddels wordt het ook hier steeds populairder. Op 31 oktober verkleden kinderen zich, en bellen als het donker wordt aan bij huizen die versierd zijn met pompoenen en lichtjes. Dan roepen ze ‘trick or treat’, waarbij je een plagerijtje (trick) of iets lekkers (treat: snoep) kan krijgen. Voor de echte durfals zijn er Halloweenfeesten, waarbij iedereen ‘eng’ verkleed is. Zo is het in toenemende mate populair om Halloween-feesten te vieren en mensen schrik aan te jagen. Want griezelen is leuk?

…en Allerheiligen en Allerzielen

De naam is afgeleid van Hallow-e’en, oftewel All Hallows Eve (Allerheiligenavond), de avond voor Allerheiligen, op 1 november. In de Keltische kalender begon het jaar op 1 november, dus 31 oktober was Oudejaarsavond. De oogst was binnen, en dus was er tijd voor een vrije dag en groot feest: het Keltische Nieuwjaar of ‘Samhain’ (het Ierse woord voor de maand november).

In Groot-Brittannië werd Halloween vooral door de Kelten gevierd. Die geloofden dat op die dag de geesten van alle gestorvenen van het afgelopen jaar terugkwamen, om te proberen een levend lichaam in bezit te nemen voor het komende jaar. Om de boze geesten af te weren, droegen ze maskers. In de 9e eeuw vermengde het christendom zich met het Halloweenfeest. Op Allerzielen (2 november) gingen in lompen gehulde christenen in de dorpen rond en bedelden om ‘zielencake’ (brood met krenten). Voor elk brood beloofden ze een gebed te zeggen voor de dode verwanten van de schenker, om zo hun bevrijding uit de tijdelijke straf van het vagevuur en hun opname in de hemel te versnellen. De trick-or-treat-tocht vindt daarin zijn oorsprong. In de Verenigde Staten maakte het feest opgang in de 19e eeuw, onder invloed van Ierse en Schotse immigranten.

Día de Muertos

In Mexico kent men ‘Día de Muertos’; de Dag van de Doden, die tegelijk met onze Allerzielen wordt gevierd. Men gelooft dat op die dag de zielen van overleden kinderen naar de aarde terugkeren. Op Día de Muertos worden de graven van dierbaren schoongemaakt en versierd; soms bouwen families daar hele altaren omheen. Er wordt eten geofferd om de geesten gunstig te stemmen. Schedels nemen een belangrijke plaats in op deze dag en vaak hebben mensen zich uitvoerig daarmee geschminkt en versierd. De feestdag vindt zijn oorsprong in Azteekse gebruiken, waarbij voorouderverering een belangrijke plaats innam. Na de komst van de Spanjaarden werd het feest geassimileerd door het christendom. En daarbij worden de overledenen herdacht die in het voorbije jaar zijn overleden. Er wordt dan gebeden voor hun zielenheil. Zo worden nog steeds op 2 november –Allerzielen dus- de gestorvenen herdacht.

Hervormingsdag

Dan blijkt het vandaag ook nog ‘Hervormingsdag’ te zijn: de dag die de protestanten herdenken als de dag waarop de Duitse theoloog Martin Luther zich verzette tegen de leer van de Rooms-Katholieke kerk. Op 31 oktober 1517 timmerde hij zijn 95 stellingen tegen deze leer aan de deur van de Slotkapel in Wittenberg, Duitsland. Dit verzet leidde tot de reformatie, vandaar dat Hervormingsdag ook wel bekend staat als Reformatiedag.

Sint Maarten

Ondanks de naam van deze Maarten heeft dat helemaal niets te maken met Sint Maarten, dat op 11 november wordt gevierd, behalve dan dat kinderen met lampions al zingend langs de deuren gaan en om een snoepje vragen…. Ook al lijken daarin veel overeenkomsten te zijn met het Halloween-feest en beweren mensen dat het Sint Maarten-feest hiermee meer en meer verdreven zal worden. Met Sint Maarten vieren we de naamdag van deze heilige die zijn mantel deelde met een bedelaar om vooral een lichtje te zijn voor een ander, en het vragen om snoep verwijst naar het vragen om een aalmoes door de armen, waar degenen die het beter hebben in moeten voorzien.

Een mengelmoes?

Halloween is dus een mengelmoesje van oude feesten van een diverse oorsprong, waar ergens in de geschiedenis en die nu in een grote blender door elkaar gehusseld zijn. (Overigens schijnen dit jaar met Halloween kostuums die lijken op de pakken die de personages in de Netflix-hitserie ‘Squid Games’ helemaal in te zijn, hoewel dat naar mijn idee een wat smakeloze verwijzing naar de dood is, maar dat terzijde). Het vindt zijn oorsprong in oude culturen, waarbij de kalender van de natuur bepalend was. Verwijzingen over de donkere tijd van het jaar en de dood die over het land leek te vallen nadat de oogst binnen was, de verwijzingen naar onze eigen sterfelijkheid en de hoop op en verlangen naar het licht en een nieuw begin…

En ergens denk ik dat dáárin in ieder geval de overeenkomst is blijven bestaan: er is sprake van een afscheid, een einde, in de hoop en het vertrouwen op een nieuw begin. Het leven trekt weg en de natuur trekt zich in zichzelf terug, om zich later weer in volle glorie te kunnen tonen. Maar op die dag zelf, is de lucht ijl, koud, verstild. Alsof alles de adem inhoudt en wacht op wat komen zal.

Dag van de Stilte

Toeval of niet: vandaag is het ook de Dag van de Stilte. Als we op de laatste zondag van oktober de klok verzetten, dan zetten we de tijd als het ware een uur vooruit. Je ‘wint-er-tijd’ mee, en door dat ezelsbruggetje kan ik altijd makkelijk onthouden welke kant uit we dat uur verschuiven. Maar de Dag van de Stilte doet daar nog iets anders mee: we ‘winnen’ als het ware een uur erbij op deze zondag, in deze donkere tijd van het jaar. We draaien de klok één uur terug. We mogen even teruggaan in de tijd. Of beter: we zetten met z’n allen de wijzers één uur stil. Even lijkt er rek te zitten op de kloktijd. Even wat minder noodzaak om op tijd te zijn, om een deadline te halen. Tijd om adem te halen. En in deze donkere, stille tijd roept De dag van de Stilte ons op om eens bewust stil te staan bij de stilte van dat gewonnen uur.

En misschien brengt dat stilstaan bij de tijd mij als vanzelf terug bij diegenen die niet meer onder ons zijn. Ergens in die leegte van de kale donkere landschappen kunnen ook wij voelen hoezeer onze dierbaren ons nog nabij schijnen, ook al zijn ze niet meer ‘hier’. Om ons te realiseren dat de overledenen niet daar zijn waar we ze achterlieten, maar overal om ons heen. Zo lang we nog aan ze denken, worden ze niet vergeten – want zo werkt het toch?

Allerzielen vieren?

Wie een dierbare heeft verloren heeft als vanzelf ervaren dat de doden zich niet alleen op die ene dag laten gedenken, maar regelmatig langskomen: op kalenders, verjaardagen, in liedjes en in de gedachten en gebeden die we aan ze wijden. Ook wij hebben het afgelopen jaar een dierbare over moeten geven aan de dood. Liefst zouden we hen die we lief hadden voor altijd bij ons houden, maar er rest ons niets anders dan ze levend te houden onder ons. En hoewel niemand precies weet waar de zielen blijven wanneer mensen zijn gestorven, weet ik wie we in ieder geval treffen op de begraafplaatsen: de nabestaanden. Als voort-bestaanden dus. Daar zijn ze met Allerzielen ook te vinden, op die plek waar je niet dood gevonden wilt worden.

Allerzielen: dag om de overledenen levend te houden. In onze gedachten, onze verhalen en vooral in ons hart. Het is gebruikelijk om op Allerzielen de graven van overledenen te onderhouden en te versieren: met bloemen en ja, met licht. Maar misschien mag het bloemetje en het licht aandacht met Allerzielen uitgaan naar de achterblijvers, die iemand hebben verloren. Want zeg eerlijk: die zijn dikwijls toch het aller-zieligst. Het wordt ‘gevierd’ op 2 november, hoewel om praktische redenen er in veel kerken op deze zondag bij stilgestaan wordt. (in België viert men op 1 november zowel Allerheiligen als Allerzielen, dat in Nederland weer verdeeld is over 1 en 2 november). En misschien zijn onze dierbaren in veel gevallen voor ons persoonlijk wel een heilige geweest die we zullen blijven eren. En zo wordt het misschien toch een beetje een dag om te vieren…

Kortom…

Wat je ook herdenkt of viert, bij wie of wat je ook even stilstaat vandaag en wat je ook gelooft: we gaan van het donker uiteindelijk weer naar het licht. Dat mogen we gerust eren vandaag. We mogen even stilstaan bij onze eindigheid, maar tot die tijd: vier het leven, vier het licht!

Er is (niets) meer tussen hemel en aarde?

Geplaatst op Geupdate op

foto: Financieel Dagblad

Vandaag, 1 november, had ik het waarschijnlijk over Allerheiligen willen hebben, àls ik het al ergens over zou willen hebben en àls het al ergens over zou moeten gaan. Maar ik heb ergens anders behoorlijk wakker van gelegen, en dat niet eens omdat het Halloween-nacht was en ook niet vanwege die kneiter-volle maan die aan de hemel stond. Maar wel vanwege iets anders wat boven mij regelmatig aan de hemel is verschenen…iets dat mij (ook) heilig is… Ik ben ermee opgegroeid en ik ben ermee getrouwd: die grote blauwe vogel. Onze eerder zo geliefde nationale trots -de KLM- of gaat die vlieger niet meer op? 

Vliegen: ooit een exclusief vervoermiddel naar nieuw te ontdekken plekken op de wereld, reizend door de lucht bood het de middelen voor avonturiers en nieuwe ontwikkelingen. Vliegen: het is gemeengoed geworden, of voor sommigen zelfs ‘gemeen goed’, blijkens de vele discussies over het maximaal toegestane aantal vliegbewegingen en de luchtvervuiling die het met zich meebrengt. En als we het hebben over ‘luchtwegen’ dan hebben deze ook wel een andere context gekregen, want hoe zit het met onze eigen luchtwegen? Wie onder de rook van Schiphol woont, weet vanzelf waar de term vandaan komt.  

Vliegen: het zou allemaal best een beetje minder of in ieder geval schoner en een beetje zachtjes mogen. Groener ook. Door gebruik te maken van nieuwe technologie en de ontwikkeling van alternatieve brandstoffen in te zetten. Daar zijn we het allemaal vast gauw over eens. En we zijn ook heus wel zo eerlijk dat het in deze regio echt heerlijk is dat de lucht wat schoner is nu er minder wordt gevlogen. 

Waar men het niet over eens geworden is, is de vraag of dat dan ook maar meteen moet. Door gewoon nu, per direct, de stekker er maar uit te trekken uit die KLM, die als patiënt met onderliggend lijden in leven gehouden wordt. Moet dat dan?? Kan dat dan?? 

KLM, ooit onze nationale trots, die toch niet voor niets het predicaat ‘Koninklijk’ heeft gekregen? Hoewel de laatste keer dat een gezin van koninklijke bloede vloog nu niet direct tot gevoelens van trots had geleid, maar dat is een ander verhaal. Want dat ‘blauwe bloed’, dat stroomt in de omgeving waar ik woon door heel veel mensen!  Want KLM, dat is zoveel méér nog dan ‘zomaar’ een bedrijf; bij ons in huis is het hét bedrijf waar vanuit familietraditie al veel leden voor ons waren gaan werken en dat hier in huis nog steeds zorgt voor brood op de plank. In die zin is de KLM voor heel veel mensen in onze directe woon- en leefomgeving echt één grote familie.  

Hoeveel méér? Dat is moeilijk aan te geven. Men zegt dat naast de ruim 30.000 werknemers bij KLM naar schatting zo’n 100.000 mensen voor hun werk afhankelijk zijn van de KLM. Geen idee of dat de (vracht-)lading dekt. Wat ik wel weet, is dat niet alleen hier thuis een baan op springen staat, maar dat mijn broer´s taxibedrijf inmiddels failliet is en dat hij werkloos thuis zit, ik een familielid bij een andere luchtvaartmaatschappij heb werken, een schoonzus in de bloemensector rond Schiphol en dat die ‘circle of influence‘ nog vele malen groter gegroeid is dan we hier zo 1-2-3 kunnen bedenken. Zoals in de zogeheten Gouden Eeuw de grote steden met de rijke koopmanshuizen rond onze waterwegen zijn ontstaan, zo floreert onze economie in belangrijke mate door de invloed van o.a. KLM. 

Maar nu is er een groep bevlogen mensen, de piloten, die hun vleugels als een stel brutale vlerken uitslaan naar minister Hoekstra. -overigens zou ik het prettig vinden als de minister vanuit zijn voorbeeldfunctie niet meer over ‘staatssteun’ zou willen spreken, zoals die term nu ook gretig door de pers gebezigd wordt, want het is gewoon een ‘staatslening’, want daar gaat de hele impasse over. Het moet ook weer terugbetaald worden. Punt uit.

Of de KLM en sich belangrijker is dan bijvoorbeeld de horeca, of de retail? Nou, dat zal ik niet durven beweren. Of piloten belangrijker zijn dan de artsen en verplegers die zich haast letterlijk het snot uit de ogen moeten werken om mensen met corona te verzorgen? Nee, natuurlijk niet! Dat zijn momenteel de echte helden, in plaats van die sterk overbetaalde luchthelden die geregeld zo uit de hoogte reageren. En het maakt ook niet dat ik de KLM belangrijker vind dan de muziek- en de cultuursector, want ook die zou ik niet willen missen in mijn leven, maar de KLM is ook voor veel mensen van levensbelang…

En of ze nu een punt hebben of niet, het is zoals in het verkeer: gelijk hebben of gelijk krijgen is niet altijd de inzet, want dat maakt ook niet meer uit als het noodlottig ongeluk zich heeft voltrokken. Het overleg tussen ´de piloten´via hun vakbond VNV en de minister is bepalend of Schiphol eindigt als een tweede ´Mojave Airport´, het ´vliegtuigkerkhof´in de Californische woestijn. Vluchten kan niet meer… er komt zo misschien een eind aan de (v)luchtwegen… Blijft het ´de blauwe vogel´of wordt het een zwanenzang? Want het decreet ´zonder piloten geen KLM´zou zomaar met deze impasse omgekeerd kunnen worden. Of alle zegen nu ook van boven komt…?  

Vanavond kijk ik weer naar ‘Vliegende Hollanders’ op tv. Een prachtige docu-serie over hoe het ooit begon. Wie weet waar het eindigt. Hopelijk mogen we erop vertrouwen dat er nog altijd meer is tussen hemel en aarde. Ik mag bidden dat het zo is! 

On His/her majesty’s secret service…

Geplaatst op Geupdate op

Ik lees net dat Sean Connery is overleden. Een man van het kaliber dat naarmate de jaren verstreken meer charisma leek te krijgen, zoals sommige mannen daar blijkbaar mee gezegend zijn (net als de mijne, overigens). Als wijn die rijpt en beter wordt naarmate de tijd verstrijkt.

En dat op de vooravond van Allerzielen en Allerheiligen. Dan màg het gaan over helden en heiligen – en die scheidslijn is misschien maar flinterdun. Sean Connery was zo’n held. Van het witte doek weliswaar, maar in de hoedanigheid van het in Ian Flemmings boeken gecreëerde illustere personage van James Bond heeft hij ons toch menig keer weten te behoeden voor de ondergang. Ondanks alle opvolgingen daarna bleef hij voor de meeste mensen toch ‘de echte’.

Helden: die hoeven zich nooit druk te maken over de boodschappen van morgen, of het feit dat de fiets nog naar de fietsenmaker moet. Helden overstijgen de problematiek van alledag en kunnen dan ook hun volle aandacht richten op mooie vrouwen en het redden van de wereld, als moderne multitaskende metroman. De man achter het personage is eerder door de Engelse koningin geridderd. En dan was die James Bond wel van een speciale orde, zogezegd: een superheld.

Helden en superhelden, en soms tot ogenschijnlijk haast heilig verklaarden van het witte doek; hoe anders zijn zij dan de echte heiligen, die wij kennen uit de kerkelijke afbeeldingen? Heiligen: figuren uit een ver verleden, versteend in beelden of die in de gebrandschilderde ramen van kerken in mooie kleuren oplichten zodra het licht binnenvalt. Heiligen: mensen die raakten aan het goddelijke, door draken te verslaan of nog steeds te hulp schieten als je ze aanroept wanneer je wat kwijt bent. Of… toch niet?

Mijn gedachten dwalen een beetje af, op zoek naar voorbeelden om me die heiligen wat menselijker voor te kunnen stellen. Het waren tenslotte ooit ook maar mensen van vlees en bloed. En dan kom ik met die gedachten telkens toch weer dichterbij huis uit: de echte helden en heiligen in de zorg, of ieder ander die zich kleiner maakt en ten dienste stelt van een ander. De helden die inspringen waar de nood het hoogst is en de wereld zo een beetje mooier maken, dàt zijn wat mij betreft de heiligen die de wereld een beetje mooier maken!

Heiligen: soms komt er weer eentje bij in dat rijtje, en soms niet eens ‘officieel’ erkend, maar wel herkend in eigen kring. Of wie weet, ken je zelf wel iemand die je heilig is. Misschien is zo af en toe een beetje ‘heilig’ zijn nog helemaal niet zo ambitieus. Het kan juist in deze tijd zo veelbetekenend zijn om voor iemand het verschil te maken. Een zieke of eenzame bezoeken, een boodschap doen voor iemand die dat zelf niet kan, geven wat je missen kan. En als we zelf ook iets door kunnen laten van dat licht, dan worden wij daar zelf ook lichter en kleurrijker van – en de wereld een stukje mooier…
En nu: On His majesty’s secret service…

Allerheiligen. En dat worden er steeds meer!

Geplaatst op Geupdate op

 

Het is vandaag, 1 november,  Allerheiligen. Heiligen: zijn dat niet van die figuren uit een ver verleden, die in de gebrandschilderde ramen van kerken in mooie kleuren oplichten zodra het licht binnenvalt? Heiligen: zijn dat geen mensen die raakten aan het goddelijke, door draken te verslaan of nog steeds te hulp schieten als je ze aanroept wanneer je wat kwijt bent? De paus heeft hier en daar ook nog wat mensen tot de status van heilige verheven. Mijn gedachten dwalen een beetje af, op zoek naar voorbeelden om me die heiligen wat menselijker voor te kunnen stellen. Het waren tenslotte ook ooit mensen van vlees en bloed.

Het deed me denken aan een televisieprogramma waar ik eens al ‘zappend’ middenin viel. Het was een aflevering uit een serie ‘Secret Millionaire’. Tijdens iedere aflevering wordt een miljonair gevolgd, die een week ‘undercover’ leeft. Zijn of haar status is daarbij niet bekend bij degenen uit de directe leefomgeving. In die week gaat de miljonair(e) in kwestie op zoek naar een geschikt goed doel om een grote donatie aan te kunnen doen. Tijdens de aflevering die ik keek, sloot de miljonair in kwestie zich aan bij een man die een gaarkeuken runde. Zo deelden ze samen eten uit aan daklozen of andere arme sloebers. Op een gegeven moment zag die man van de gaarkeuken een oude man tussen de rij met wachtenden, die op volkomen stukgelopen sandalen liep. En ja, ik zal het er maar bij vermelden: de winter stond voor de deur. De man van de gaarkeuken liet de grote pan waaruit hij bordjes eten uitschepte even voor wat het was en liep op de oude man toe. “Wat voor schoenmaat heeft u?” vroeg de medewerker. “42”, sprak de oude man, een beetje verbaasd. Daarop bukte de man van de gaarkeuken om de veters van zijn nieuwe Nike-gympen los te maken, hij trok ze uit en gaf ze aan de oude man. “Hier, deze zijn voor u,” zei de man van de gaarkeuken, “ze zijn me toch te nieuw!” voegde hij er met een glimlach aan toe. En zo ging hij op zijn sokken door met het vullen van borden voor de wachtenden in de rij.

Zo steekt misschien die ‘heiligheid’ in elkaar: door een ander boven jezelf te stellen. Door dat te delen wat een ander nodig heeft. Dat hoeft niet altijd in het groot te zijn, want er is altijd wel iets dat binnen je eigen mogelijkheden ligt. En dan ging de boodschap in die uitzending niet eens per se om de miljonair…

Heiligen: soms komt er weer eentje bij in dat rijtje, soms niet eens ‘officieel’ erkend, maar wel herkend in eigen kring. Of wie weet, ken je zelf wel iemand die je heilig is. Misschien is zo af en toe een beetje ‘heilig’ zijn nog helemaal niet zo ambitieus. Het kan juist in deze tijd zo veelbetekenend zijn om voor iemand het verschil te maken. Een zieke of eenzame bezoeken, een boodschap doen voor iemand die dat zelf niet kan, geven wat je missen kan. En als we zelf ook iets door kunnen laten van dat licht, dan worden wij daar zelf ook mooier en kleurrijker van.

Allerheiligen. En dat worden er misschien steeds meer…

Geplaatst op Geupdate op

all-saints-for-podcast

Het is vandaag Allerheiligen. Heiligen: zijn dat niet van die figuren uit een ver verleden, die in de gebrandschilderde ramen van kerken in mooie kleuren oplichten zodra het licht binnenvalt? Heiligen: zijn dat geen mensen die raakten aan het goddelijke, door draken te verslaan of tegenwoordig nog steeds te hulp schieten als je ze aanroept wanneer je wat kwijt bent? Mijn gedachten dwalen een beetje af, op zoek naar voorbeelden om me die heiligen wat menselijker voor te kunnen stellen. Het waren tenslotte ook mensen van vlees en bloed.

Binnenkort is het weer 11 november, ‘de elfde van de elfde`. Traditiegetrouw wordt op die dag de Prins Carnaval gekozen. Kinderen zullen de datum herkennen vanwege een ander memorabel gegeven: Sint Maarten. Het is mij niet duidelijk hoe het verhaal van de heilig verklaarde Romeinse soldaat, die zijn mantel in tweeën verdeelde en de helft aan een arme bedelaar gaf, is vervormd tot een lampionnenoptocht, maar goed. We kennen de legende vast allemaal: een Romeins soldaat keert huiswaarts en als hij, hoog op zijn paard gezeten, door de stadspoort loopt, ziet hij een bedelaar. Het is bitterkoud, maar de bedelaar heeft amper kleding aan om zijn magere en versteende lichaam warm te kunnen houden. Maarten heeft medelijden met de arme man. Ondanks dat hij volgens de strenge regels van het leger geen enkel onderdeel van zijn uitrusting mag missen, laat hij zijn mantel van zijn schouders glijden, hij pakt zijn zwaard uit de schede en snijdt in een grote haal zijn mantel in twee stukken. Een van de twee helften slaat hij de verkleumde bedelaar om. 

Deze legende deed me denken aan een televisieprogramma waar ik eens al ‘zappend’ middenin viel. Het was een aflevering uit een serie ‘Secret Millionaire’. Tijdens iedere aflevering wordt dan een miljonair gevolgd, die een week ‘undercover’ leeft. Zijn of haar status is daarbij niet bekend bij degenen uit de directe leefomgeving. In die week gaat de miljonair(e) in kwestie dan op zoek naar een geschikt goed doel om een grote donatie aan te kunnen doen. Tijdens de aflevering die ik keek, sloot de miljonair in kwestie zich aan bij een man die een Leger des Heils-achtige gaarkeuken runde. Zo deelden ze samen eten uit aan daklozen of andere arme sloebers. Op een gegeven moment zag die man van de gaarkeuken een oude man tussen de rij met wachtenden, die op volkomen stukgelopen sandalen liep. En ja, ik zal het er maar bij vermelden: de winter stond voor de deur. De man van de gaarkeuken liet de grote pan waaruit hij bordjes eten uitschepte even voor wat het was en liep op de oude man toe. “Wat voor schoenmaat heeft u?” vroeg de medewerker. “42”, sprak de oude man, een beetje verbaasd. Daarop bukte de man van de gaarkeuken om de veters van zijn nieuwe Nike-gympen los te maken, hij trok ze uit en gaf ze aan de oude man. “Hier, deze zijn voor u,” zei de man van de gaarkeuken, “ze zijn me toch te nieuw!” voegde hij er met een glimlach aan toe.

Zo steekt misschien die ‘heiligheid’ in elkaar: door een ander boven jezelf te stellen. Door dat te delen wat een ander nodig heeft. Dat hoeft niet altijd in het groot te zijn, want er is altijd wel iets dat binnen je eigen mogelijkheden ligt. En dan ging de boodschap in die uitzending niet eens per se om de miljonair…

Heiligen: soms komt er weer eentje bij in dat rijtje, zoals Moeder Theresa vorige maand. Misschien is zo af en toe een beetje ‘heilig’ zijn nog helemaal niet zo ambitieus. Het kan juist in deze tijd zo veelbetekenend zijn om voor iemand het verschil te maken. We zitten immers in het staartje van het ‘Jaar van de Barmhartigheid’, dat de Paus vorig jaar had geopend. Een zieke of eenzame bezoeken, een boodschap doen voor iemand die dat zelf niet kan, geven wat je missen kan. En als we zelf ook iets door kunnen laten van dat licht, dan worden wij daar zelf ook mooier en kleurrijker van.

Allerheiligen. En dat worden er misschien wel steeds meer…

Geplaatst op Geupdate op

all saintsHet is morgen Allerheiligen. Heiligen: zijn dat niet van die figuren uit een ver verleden, die in de gebrandschilderde ramen van kerken in mooie kleuren oplichten zodra het licht binnenvalt? Heiligen: zijn dat geen mensen die raakten aan het goddelijke, door draken te verslaan of tegenwoordig nog steeds te hulp schieten als je ze aanroept wanneer je wat kwijt bent? Mijn gedachten dwalen een beetje af, op zoek naar voorbeelden om me die heiligen wat menselijker voor te kunnen stellen. Het waren tenslotte ook mensen van vlees en bloed.

Binnenkort is het weer 11 november, ‘de elfde van de elfde`. Traditiegetrouw wordt op die dag de Prins Carnaval gekozen. Kinderen zullen de datum herkennen vanwege een ander memorabel gegeven: Sint Maarten. Het is mij niet duidelijk hoe het verhaal van de heilig verklaarde Romeinse soldaat, die zijn mantel in tweeën verdeelde en de helft aan een arme bedelaar gaf, is vervormd tot een lampionnenoptocht, maar goed. We kennen de legende vast allemaal: een Romeins soldaat keert huiswaarts en als hij, hoog op zijn paard gezeten, door de stadspoort loopt, ziet hij een bedelaar. Het is bitterkoud, maar de bedelaar heeft amper kleding aan om zijn magere en versteende lichaam warm te kunnen houden. Maarten heeft medelijden met de arme man. Ondanks dat hij volgens de strenge regels van het leger geen enkel onderdeel van zijn uitrusting mag missen, laat hij zijn mantel van zijn schouders glijden, hij pakt zijn zwaard uit de schede en snijdt in een grote haal zijn mantel in twee stukken. Een van de twee helften slaat hij de verkleumde bedelaar om. 

Deze legende deed me denken aan een televisieprogramma waar ik eens al ‘zappend’ middenin viel. Het was een aflevering uit een serie ‘Secret Millionaire’. Tijdens iedere aflevering wordt dan een miljonair gevolgd, die een week ‘undercover’ leeft. Zijn of haar status is daarbij niet bekend bij degenen uit de directe leefomgeving. In die week gaat de miljonair(e) in kwestie dan op zoek naar een geschikt goed doel om een grote donatie aan te kunnen doen. Tijdens de aflevering die ik keek, sloot de miljonair in kwestie zich aan bij een man die een Leger des Heils-achtige gaarkeuken runde. Zo deelden ze samen eten uit aan daklozen of andere arme sloebers. Op een gegeven moment zag die man van de gaarkeuken een oude man tussen de rij met wachtenden, die op volkomen stukgelopen sandalen liep. En ja, ik zal het er maar bij vermelden: de winter stond voor de deur. De man van de gaarkeuken liet de grote pan waaruit hij bordjes eten uitschepte even voor wat het was en liep op de oude man toe. “Wat voor schoenmaat heeft u?” vroeg de medewerker. “42”, sprak de oude man, een beetje verbaasd. Daarop bukte de man van de gaarkeuken om de veters van zijn nieuwe Nike-gympen los te maken, hij trok ze uit en gaf ze aan de oude man. “Hier, deze zijn voor u,” zei de man van de gaarkeuken, “ze zijn me toch te nieuw!” voegde hij er met een glimlach aan toe.

Zo steekt misschien die ‘heiligheid’ in elkaar: door een ander boven jezelf te stellen. Door dat te delen wat een ander nodig heeft. Dat hoeft niet altijd in het groot te zijn, want er is altijd wel iets dat binnen je eigen mogelijkheden ligt. En dan ging de boodschap in die uitzending niet eens per se om de miljonair…

Misschien is zo af en toe een beetje ‘heilig’ zijn nog helemaal niet zo ambitieus. Het kan juist in deze tijd zo veelbetekenend zijn om voor iemand het verschil te maken. Een zieke of eenzame bezoeken, een boodschap doen voor iemand die dat zelf niet kan, geven wat je missen kan. En als we zelf ook iets door kunnen laten van dat licht, dan worden wij daar zelf ook mooier en kleurrijker van.

Allerheilgen. En misschien wel steeds meer…

Geplaatst op Geupdate op

Allerheiligen1Het is vandaag Allerheiligen. Heiligen: zijn dat niet van die figuren uit een ver verleden, die in de gebrandschilderde ramen van kerken in mooie kleuren oplichten zodra het licht binnenvalt? Heiligen: zijn dat geen mensen die raakten aan het goddelijke, door draken te verslaan of tegenwoordig nog steeds te hulp schieten als je ze aanroept wanneer je wat kwijt bent? Mijn gedachten dwalen een beetje af, op zoek naar voorbeelden om me die heiligen wat menselijker voor te kunnen stellen. Het waren tenslotte ook mensen van vlees en bloed.

Binnenkort is het weer 11 november, ‘de elfde van de elfde`. Traditiegetrouw wordt op die dag de Prins Carnaval gekozen. Kinderen zullen de datum herkennen vanwege een ander memorabel gegeven: Sint Maarten. Het is mij niet duidelijk hoe het verhaal van de heilig verklaarde Romeinse soldaat, die zijn mantel in tweeën verdeelde en de helft aan een arme bedelaar gaf, is vervormd tot een lampionnenoptocht, maar goed. We kennen de legende vast allemaal: een Romeins soldaat keert huiswaarts en als hij, hoog op zijn paard gezeten, door de stadspoort loopt, ziet hij een bedelaar. Het is bitterkoud, maar de bedelaar heeft amper kleding aan om zijn magere en versteende lichaam warm te kunnen houden. Maarten heeft medelijden met de arme man. Ondanks dat hij volgens de strenge regels van het leger geen enkel onderdeel van zijn uitrusting mag missen, laat hij zijn mantel van zijn schouders glijden, hij pakt zijn zwaard uit de schede en snijdt in een grote haal zijn mantel in twee stukken. Een van de twee helften slaat hij de verkleumde bedelaar om.

Deze legende deed me denken aan een televisieprogramma waar ik laatst al ‘zappend’ middenin viel. Het was een aflevering uit een serie ‘Secret Millionaire’. Tijdens iedere aflevering wordt dan een miljonair gevolgd, die een week ‘undercover’ leeft. Zijn of haar status is daarbij niet bekend bij degenen uit de directe leefomgeving. In die week gaat de miljonair(e) in kwestie dan op zoek naar een geschikt goed doel om een grote donatie aan te kunnen doen. Tijdens de aflevering die ik keek, sloot de miljonair in kwestie zich aan bij een man die een Leger des Heils-achtige gaarkeuken runde. Zo deelden ze samen eten uit aan daklozen of andere arme sloebers. Op een gegeven moment zag die man van de gaarkeuken een oude man tussen de rij met wachtenden, die op volkomen stukgelopen sandalen liep. En ja, ik zal het er maar bij vermelden: de winter stond voor de deur. De man van de gaarkeuken liet de grote pan waaruit hij bordjes eten uitschepte even voor wat het was en liep op de oude man toe. “Wat voor schoenmaat heeft u?” vroeg de medewerker. “42”, sprak de oude man, een beetje verbaasd. Daarop bukte de man van de gaarkeuken om de veters van zijn nieuwe Nike-gympen los te maken, hij trok ze uit en gaf ze aan de oude man. “Hier, deze zijn voor u,” zei de man van de gaarkeuken, “ze zijn me toch te nieuw!” voegde hij er met een glimlach aan toe.

Zo steekt misschien die ‘heiligheid’ in elkaar: door een ander boven jezelf te stellen. Door dat te delen wat een ander nodig heeft. Dat hoeft niet altijd in het groot te zijn, want er is altijd wel iets dat binnen je eigen mogelijkheden ligt. En dan ging de boodschap in die uitzending niet eens per se om de miljonair…

Misschien is zo af en toe een beetje ‘heilig’ zijn nog helemaal niet zo ambitieus. Het kan juist in deze tijd zo veelbetekenend zijn om voor iemand het verschil te maken. Een zieke of eenzame bezoeken, een boodschap doen voor iemand die dat zelf niet kan, geven wat je missen kan. En als we zelf ook iets door kunnen laten van dat licht, dan worden wij daar zelf ook mooier en kleurrijker van.