Je bent mooi zoals je bent

Geplaatst op Geupdate op

Vandaag mag je uitbundig anders of gewoon jezelf zijn,

je eigen regenboog inkleuren met een roze ondertoon.

Hopelijk blijft er iets voortbestaan van dit kleurrijk festijn

en wordt het feit dat ieder mens verschillend is heel gewoon…

Vandaag kun je even lekker buiten de lijntjes kleuren

helemaal uit je dak gaan, want ‘gay’ betekent ‘blijheid’,

maar misschien kan dat juist de wereld groter kleuren

en schuilt er juist een eenheid in zoveel verscheidenheid

Het zal niemand zijn ontgaan dat de jaarlijks Gay Pride Parade vandaag het beeld van de Amsterdamse grachten kleurrijk inkleurt op deze verder wat kleurloze dag. De Gay Pride Parade: iets tussen Caribisch carnaval en exhibitionisme in, met de nadruk op de homoseksuele identiteit. Toch? Behalve dat ieder naar mijn idee vooral moet doen wat hij of zij wil, is de Gay Pride Parade bij wijze van statement best krachtig en misschien zelfs op het randje van provocerend, want het heeft natuurlijk wel een boodschap!

Begrijp me niet verkeerd: ik vind het erg verontrustend dat er nog steeds plekken op de wereld bestaan waar homoseksuele relaties verboden zijn of anders op zijn minst worden afgewezen door de families en de naasten van de betrokkenen. Dat moet verschrikkelijk zijn! Er zijn zelfs plekken waar je door je geaardheid vogelvrij verklaard bent. Gelukkig is dat in ons land ondenkbaar. Toch? Of…

…maar ik weet niet of dat van mijn moeder mag!’ riep het jongetje vanaf de drempel van het huis waar ik voorbijliep, terwijl hij met een hand de deur openhield. Hij zal zo’n jaar of acht, negen, hooguit tien zijn geweest. Toen ik doorliep, zag ik even verder op de stoep het kind staan waar hij tegen sprak. Het schouderlange en ongecontroleerd krullende haar van het kind had bovenop een klein staartje, en het kind droeg een rozig gekleurd T-shirt op een korte broek, met verder een stoer spijkerjackje en grote gympen. Een bal was vastgeklemd onder de arm van het kind. Tegelijkertijd keek het kind naar mij, met een open blik uit twee prachtige indringende ogen. Grote bruine ogen, maar met een lichte kwinkslag erdoor. Wat een prachtige ogen! En wat een prachtig kind! – dacht ik. Maar of het nu een jongen of een meisje was? Dat was me eigenlijk niet duidelijk.

Wat maakt het uit?

Op hetzelfde moment bedacht ik me dat het voor mij ook helemaal niet uitmaakt of het nou een jongen of een meisje zou zijn, hooguit voor het kind zélf. Hoewel het kind eruit zag alsof het er ook absoluut niet toe deed. Het kind maakte in ieder geval op mij een blakend gezonde indruk, zo met van die roze blossen op de wangen van het spelen en het gaf een zorgeloze indruk.

Ik had schijnbaar het gevoel gehad om dit kind te willen labellen, met een etiketje ‘jongen’ of ‘meisje’, omdat we zo gewend zijn om kinderen van meet af aan zo aan te duiden. Maar nu wist ik het niet en misschien wist het kind het zelf ook niet. Boeiender vond ik het te merken dat het waarschijnlijk voor dat kind ook helemaal niks uitmaakte. Dat etiketje kan altijd nog. Of misschien blijft dat wel benauwen.

Ik vond het verfrissend om dit kind zo te zien, omdat het schijnbaar zo ook kan: dat het gewoon helemaal niks uitmaakt. Leerzaam ook, denk ik. Misschien zouden we moeten leren om de wereld weer eens te zien als door de ogen van een kind. Zonder direct te oordelen en te veroordelen, of de ander in een hokje te willen duwen.

Wie maakt het uit?

Dit relaas van jaren geleden is eigenlijk een intro tot een heftige gebeurtenis uit de hele andere kant van het spectrum: vorig jaar was namelijk, om de hoek van de straat waar ik dit kleurrijke kind ontmoette, een tiener van 14 jaar oud gruwelijk mishandeld is door een aantal leeftijdsgenoten. En dat enkel en alleen omdat deze tiener de vraag ‘Ben jij een meisje of een jongen?’ niet specifiek kon beantwoorden, maar waarop alleen maar het uitnodigende antwoord volgde “Ik ben wie ik ben en jij mag zijn wie je wil zijn’. En afschuwelijk genoeg maakte die groep tieners uit dat zij dat wel even uitmaakten.

Maar wat maakt het eigenlijk uit? Of: wie maakt het eigenlijk uit? Het was pas in 1990 dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) homoseksualiteit officieel schrapte van de internationaal gehanteerde lijst van ziekten, de International Classification of Diseases. Tot dan toe stond homoseksualiteit op die lijst als psychische aandoening te boek(!). Net zoals ik bijvoorbeeld lees wanneer de slavernij pas is afgeschaft, ben ik ook hiervan verbaasd hoe kort geleden dat feitelijk pas is. Moet je nagaan dat het tot dan toe gangbaar was -en nog steeds op veel plekken op de wereld nog steeds is- dat seksuele geaardheid als een ziekte kan worden getypeerd!

Als ‘gewoon jezelf kunnen zijn’ helemaal niet zo gewoon is, of helemaal niet kan…

Van de week liep ik op het Museumplein in Amsterdam, waar deze ‘straat’ van vlaggen mijn aandacht trok. En hoe feestelijk vlaggen ook mogen lijken: dat was het helemaal niet! Hier zie je een rij van 67 vlaggen die horen bij de 67 landen waar homoseksualiteit verboden is – bij veel van die landen kan het leiden tot gevangenschap en zelfs bij 11 van die landen tot de doodstraf! Zet dat eens in het licht van het gegeven dat huwelijksverbintenissen tussen mensen van hetzelfde geslacht nog maar pas in 34 landen wettelijk is toegestaan…. Als je langs deze vlaggen loopt, op alfabetische volgorde van de landen waar ‘gewoon jezelf zijn’ je je vrijheid of je leven kan kosten, dan kan het niet anders of het doet wat met je.

Aan het einde van dit ‘straatje’ vlaggen volgt een grote foto-expositie -mét begeleidende uitleg- van en over mensen met intersekse.

Geen van beiden of juist beiden?

Ik heb wel eens gelezen dat de ‘natives’ in Amerika, de oorspronkelijke indianenstammen, mensen ook niet categoriseren in ‘man’ of ‘vrouw’, omdat ze uitgaan van de gedachtegang dat iedereen wel eigenschappen van beiden in zich heeft. Terwijl dat labellen uit onze cultuur niet weg te denken is. Het begin al bij de geboorteaangifte, en bij een paspoort. Maar wat als het niet duidelijk is?

Even terug naar het begrip ‘interseksueel’. Daar had ik ooit wel iets over gelezen of van begrepen. Maar achteraf eigenlijk maar bar weinig… Tja, ik wist wel dat de interseksuele medemens in de Oud Griekse cultuur een eigen plek innam onder de term ‘hermafrodiet’ en dat aan deze mensen dacht ik zelfs magische krachten werden toegeschreven. Maar sinds kort weet ik er wat meer van. En voor diegenen die hier net zo bleu als ik eerder in staan:

Het valt niet altijd uit te maken…

Want interseksuelen hebben eigenschappen van beide seksen -niet te verwarren met ‘genderfluid’, naar ik heb begrepen, of juist met de tegenovergestelde sekse dan die men op het eerste gezicht zou vermoeden, dus ‘transgender’. Daar is de kous nog niet mee af, want het gevolg kan van heel verschillende oorsprong zijn: genetisch, anatomisch of hormonaal, ofwel door de uiterlijke of inwendige geslachtskenmerken, door een verstoring in chromosomen of hormonen, of door combinaties daarvan. Sommigen hebben die kenmerken al vanaf de geboorte, bij anderen openbaart het zich pas rond de puberteit, als de fysieke ontwikkeling anders verloopt dan verwacht.

Wat mij daarbij nog het meest onthutste was de mate waarin interseksualiteit voor blijkt te komen: bij een kleine 2% van de mensen! Dat betekent dat in elke 2 schoolklassen er wel een kind zit met interseksuele kenmerken en in elke gemiddelde Nederlandse straat er wel iemand woont met deze seksuele typering. Net zo vaak als bijvoorbeeld mensen met rood haar. Of groene ogen.

Weten neemt de angst voor wat je denkt te weten weg

Dat is toch erg?! Waarom heb ik dit nooit op school geleerd? Waarom leerde ik met biologieles wel dat blauwe ogen dominant zijn boven groenkleurige, maar dit niet? Zou het niet al heel veel verschil uitmaken als dit fenomeen tenminste tijdens de biologieles of lessen maatschappijleer op school ter sprake zou komen??

Zo al verder denkend bedacht ik me dat de problemen waar de intersksuelen mee kampen legio zijn. Niet alleen is het in sociaal, fysiek en mentaal opzicht een probleem, maar ook in allerlei praktische en maatschappelijke situaties. Omdat niet ieder mens niet simpelweg als ´man´ of ´vrouw´ te typeren is en er tussen dat zwart en wit nuances grijs kunnen bestaan. Dat eindigt niet bij het dilemma van de keuze voor welke deur je kiest bij openbare toiletten, maar ook burgerrechterlijk, want hoe registreer je een interseksueel persoon in officiele documenten? En ook taalkundig schieten we hierin simpelweg tekort.

Het maakt niets uit!

In het verlengde van de Gay Pride Parade hangt nu op veel plekken de regenboog-vlag uit. De bekendste betekenis van de regenboog als symbool is misschien wel die van het symbool van de hoop. En daar houd ik me maar aan vast. Want ik hoop dat als iedereen dit weekend lekker gek heeft kunnen doen, alle homo’s, lesbiennes, biseksuelen, transgenders en hetero’s volgende week ook gewoon hand in hand over straat kunnen lopen, zonder dat ze beschimpt en bespot worden. Dat ieder onder welke omstandigheid dan ook altijd volop zichzelf kan en mag zijn, zonder ergens van te worden uitgesloten. Dat we eens minder in hokjes denken of in hokjes duwen, en ieder individu accepteren in ieders unieke identiteit. En dat iedereen ook inziet dat de bonte verzameling van verschillende mensen de wereld juist zo kleurrijk maakt, van welke seksuele geaardheid, culturele en religieuze identiteit en huidskleur dan ook. En niet alleen vandaag. Dat is maar te hopen…!

Wees dus vooral trots op jezelf, wie of wat je ook bent, want dat mág.

Nee, de wereld is niet plat en ‘de mens’ bestaat uit zo’n 8 miljard verschillende verschijningsvormen – een kleurrijke wereld! Kinderen van God of sowieso kinderen van deze wereld: ik wens alle ‘regenboogmensen’ een mildere wereld waarin ieder vooral zichzelf mag zijn; allemaal uniek maar wel iedereen gelijk. Want: daar wordt de wereld kleurrijk van!

Meer weten / meer doen? Amnesty strijdt voor LHBTI+-rechten! klik hier voor meer informatie

Keti Koti: goed nieuws!

Geplaatst op

Vandaag is het een memorabele dag. Sowieso omdat sinds jaar en dag op 1 juli ‘Keti Koti’ wordt gevierd. Hiermee wordt de afschaffing van de slavernij herdacht; vandaag precies 150 jaar geleden. ‘Keti Koti’ is een term uit het Sranantongo (of kortweg ‘Sranan’, de creoolse taal die in Suriname gesproken wordt), wat ‘ketenen verbroken’ betekent.

Dat de band met het verleden al die tijd nog niet is verbroken, blijkt uit het feit dat de nakomelingen van de slaven van destijds wachtten op officiële excuses van de Nederlandse overheid, of van de koninklijke familie, vanwege de rol die Nederland op deze zwarte geschiedenisbladzijde heeft gespeeld.

In december kwam er al een politiek excuus en vandaag is het dan zover: koning Willem Alexander gaf in persoonlijke bewoordingen vorm en inhoud aan excuses voor het slavernijverleden.

Lang heb ik gedacht dat die slavernij in onze huidige westerse samenleving geen enkele rol meer speelt. En dat eenieder die ernaar verwijst misschien een beetje is blijven steken in het verleden, wat maakt dat ze niet naar de toekomst kunnen kijken. Een beetje gemakkelijk gedacht misschien, want ik kan wel denken dat ik niets met het slavernijverleden te maken heb, dat mijn ouders en voorouders een ander niets hebben misdaan, en dat ik ook geen rekenschap hoef af te leggen over wat andere mensen andere mensen hebben aangedaan. Maar is dat dan te makkelijk? Ben ik zelf niet evenzeer een product van mijn opvoeding en van de (denkbeelden van) de maatschappij waarin ik ben opgegroeid? Misschien moet je soms eerst even stilstaan om terug te blikken, voordat je weer vooruit kijken en vooruit kunt komen?

Een heel andersoortig voorval van afgelopen week schiet me ineens te binnen: Een groepje meisjes kwam mij tegemoet fietsen, terwijl ik op de stoep aan het wandelen was. Ze namen met z’n drieën naast elkaar nogal wat ruimte in op het fietspad. Op het moment dat ze passeerden, kwam er een wielrijder snoeihard vanachter dat groepje tieners langsfietsen, en hij haalde ze in op het moment dat het daar eigenlijk te krap voor was, omdat een fietser uit mijn richting ze net tegemoet kwam rijden. De wielrijder manoeuvreerde langs het groepje, raakte mij bijna tijdens het passeren en brulde intussen keihard: `K..wijf!` tegen het meisje dat uiterst links reed in het groepje (of tegen mij?) De meiden gilden en het meisje dat uitgescholden was begon te huilen van schrik. Op dat moment kwam een jongeman met het syndroom van Down ook vanuit mijn richting aangefietst. `Is dat nou nodig?` riep deze jongen naar de wielrijder. En ik wist wel wie op dat moment de wijste was!

Dat zette me aan het denken: zijn we ons er wel voldoende van bewust dat ons doen en laten invloed heeft op onze omgeving? Dat het effect van ons handelen nog lang na kan galmen, ook al is heden verleden geworden en zijn wij allang weer voortgegaan? Want zelfs als we niets doen tegen onrecht, dragen we bij aan het onrecht…

Als we toch door ons denken en handelen onszelf en onze omgeving kunnen beïnvloeden, is het dan niet mooier om dat op een positieve manier te doen, in plaats van door een ander te beschadigen? Door een glimlach te delen, een helpende hand te reiken. Dat alles maakt dat we elkaar uiteindelijk een hand van vrede kunnen reiken. ‘Hou van je naaste zoals van jezelf’ klinkt zweverig en ver weg, maar het is zo dichtbij als we zelf toestaan. Woorden van liefde raken, lang nadat ze zijn gesproken of opgetekend.

Maar mensen creëren zelf gevoelens van verschil en verdeeldheid in de eenheid die we van oorsprong waren. Mensen zijn er ooit om neergehaald. Door verdeeldheid die ooit is aangeleerd, maar nog steeds niet is afgeleerd. De liefde zal uiteindelijk opstaan. En daarbij maakt het niet uit wat voor huiskleur je hebt, welke religie je aanhangt of van welke cultuur je afkomstig bent, want de taal van liefde spreekt iedereen. We hoeven elkaar alleen maar de hand van vrede te reiken, in één ononderbroken ketting. Want vrede werkt twee kanten op. Een win-winsituatie dus. Jouw vrede is mijn vrede. Dát maakt ons werkelijk vrij van ketenen Dat is pas goed nieuws! 

Slaaf

Slaaf was je

door het verleden dat je met je meedraagt,

door het juk dat op je schouders rust

van het juk dat op eerder hun schouders drukte,

door dat wat een mens zijn medemens heeft aangedaan;

de pijn van generaties nog voelbaar in je hart en in je lijf.

Slaaf ben je,

als slachtoffer van omstandigheden

door de kaders van dit leven,

de wedren naar de macht en de waan van de dag

en het gevangenschap van mensen

die zich verheven voelen

boven medemensen.

Vrij

Vrijheid wil je

om in vrijheid te kunnen denken, spreken, leven, te zijn.

De vrijheid van spreken

en te kunnen zeggen wat je zeggen wil,

maar ook om in vrijheid zwijgzaam te zijn

in plaats van de mond gesnoerd te worden.

Vrij

Vrijheid is er pas

wanneer we inzien dat we eerst moeten omzien,

voordat we pas vooruit kunnen kijken,

voordat we kunnen omzien zonder wrok,

want vrijheid is er pas

als een mens dat aan zijn medemens terug kan geven.

Stap voor stap

Geplaatst op Geupdate op

Het is vandaag Driekoningen – een herinnering aan de drie koningen, of wijzen, uit het oosten die de ster volgden, als aankondiging van de Verlosser en boodschap van veranderende tijden. Veel wijzer lijken ze op deze bijzondere dag nog niet te zijn in ´het oosten´, want zelfs het feit dat het vandaag feitelijk ´Kerstmis´ is volgens de Russisch-orthodoxe kalender en Rusland pleitte voor een wapenstilstand vandaag, is vandaag toch echt niet de vrede in die regio gevallen….

Een bijzondere datum dus, die 6e januari. Het is inmiddels 14 jaar geleden dat we op de 6e januari mijn moeder hebben begraven. Het vroor die dag zo hard (het was -15°C) dat onze oudste vroeg o het niet was agelast. Het is vandaag op de dag af ook 5 jaar geleden dat mijn leven plotsklaps op z´n kop lag. Of eigenlijk lag ik op mijn kop, na een buiteling met mijn fiets over een verraderlijk glad laagje sneeuw en ijs op de klinkertjes in de zijstraat. Niet alleen mijn hoofd, maar vooral mijn been moest het ontgelden, want mijn knie was wat je noemt aan diggelen.  

Middels een operatie had de plaatselijke orthopeed nog gepoogd om alle stukjes als legosteentjes weer in elkaar te zetten, wat jammerlijk mislukte. Ik was dus –zo bleek na een revalidatieperiode van bijna 2 jaar- toch echt ´mindervalide´ geworden, liep met krukken en een maatwerk-kniebrace, om te voorkomen dat mijn been de verkeerde kant op zou kunnen knakken. Ik zou nooit meer zonder hulpstukken kunnen lopen, zo was de voorspelling. Dagelijkse dingen als ´gewoon´ wandelen, traplopen, een tijdje zitten of mijn knie helemaal buigen waren onmogelijk geworden. De schade was uiteindelijk dusdanig groot dat ik op enig moment in een rolstoel belandde.  

Gedurende die tijd merkte ik hoe een ogenschijnlijk klein voorval ervoor kan zorgen dat je wereld ook ineens heel klein wordt. Letterlijk en figuurlijk. In die zin brachten de coronamaatregelen voor mij persoonlijk nauwelijks merkbare verandering, want aan het isolement dat daarmee gepaard ging had ik al twee jaar voorsprong gekregen om eraan te wennen. Maar wilde ik er wel aan wennen? 

Die rolstoel was voor mij het omslagpunt. Ik had maar één voornemen, en dat was dat ik er zelf alles aan zou doen om weer zo goed mogelijk te kunnen lopen. Nu lukt niets in het leven zonder hulp, dus ook niet alleen ik-met-mijn-goede-voornemen, maar mijn lieve man als motivator en een 2nd opinion brachten mij op het pad van een gespecialiseerde orthopeed, die de uitdaging met mij aan wilde gaan. Hij kuntselde mijn knie weer in elkaar: ik kreeg een donor-kniepees, een knieband-reconstructie, mijn onderbeen dat uitstak werd teruggeplaatst en mijn knieschijf die zo´n 5 centimeter te hoog zat, werd op z´n plek gezet. En vervolgens het oude liedje van het revalidatieproces opnieuw: been een hal jaar niet mogen belasten, brace eromheen, en daarna stapsgewijs om de twee weken de brace af laten stellen met een hoek van een steeds hoger aantal graden, totdat mijn knie weer kon buigen. Om dan na driekwart jaar weer langzaamaan te leren lopen. En dat lukte! 

Ik heb geluk gehad. Heel veel geluk! Na veel geduld en discipline, maar vooral ook geluk dat die kans mij gegund is, kan ik weer lopen. Ik kan zelfs weer fietsen en ik kan wel huilen van geluk als en wanneer ik weer over het strand loop. Hou me ten goede, ik realiseer me beslist dat er mensen zijn die het slechter treffen, die moeten leven met hun beperkingen, met tegenslag die blijvend is, en daarmee met hun kleinere leefwereld en de hulp van anderen waarop ze aangewezen zijn. Maar toen ik er middenin zat, wist ik ook nog niet dat er een weg uit was. Ik vond die weg. Stap voor stap.  

Moest ik eerst beperkt worden in mijn mobiliteit voordat ik inzag hoe gezegend ik was en weer ben: gezond van lijf en leden? 

Moest ik eerst stilstaan om weer vooruit te kunnen komen? 

Moeten we eerst noodgedwongen afscheid nemen van iemand om te realiseren hoeveel we van diegene houden?

Moet het eerst donker zijn om de sterren te kunnen zien? 

Moeten we regen verdragen om de zon te waarderen? 

Moet er eerst een oorlog komen voordat we het belang van vredig leven met elkaar zien? 

Moet er eerst een energiecrisis zijn, voordat we het belang zien van de grondstoffen en op zoek gaan naar alternatieven? 

Moet het eerst sneeuwen in Texas, stormen in Californië, lente zijn in Nederland en zomer in Spanje op 6 januari voordat we inzien dat het klimaat van slag is? 

Moeten degene die het beleid bepalen eerst zelf pijn in de portemonnee voelen, voordat ze besluiten nemen in het algemeen belang? 

En dan, wat volgt er daarna? De een wordt harder geslagen door het leven dan de ander, daar zit geen lijn of logica in. Voor mij persoonlijk geldt dat ik veel dingen minder als vanzelfsprekend beschouw en mijn zegeningen tel. En dat wanneer 5 % of 10% misschien niet zo lekker loopt het toch merendeels prima loopt en dat ik beter daarop focus. Want of het glas nou halfleeg of halfvol is, je kunt altijd nog wat bijschenken.

Wat de toekomst brengt, dat weten we niet. Wat ik alleen wel weet, is dat tegenslag en slechte tijden niet voortduren. Daar ligt wat achter verscholen. Betere tijden. Soms nog achter de sterren. Maar sowieso een belofte die slechts nog door de factor tijd van ons wordt gescheiden. Misschien hoeven we er alleen nog maar in te geloven, dat helpt alvast mee. Dan mogen we gewoon weer opnieuw beginnen… het begint met de eerste stap.

Op zoek naar de ster

Geplaatst op

6 januari: bij christenen in landen in het Midden Oosten, de Russisch Orthodoxe Kerk en aanhangers van de Koptische Kerk in Egypte is dit de dag waarop Kerstmis gevierd wordt. Maar of je Kerstmis vierde op 25 december of vandaag, dat maakt blijkbaar geen klap uit: de ´boodschap van vrede´ die het zou moeten brengen wordt aan beide fronten nog niet gehoord…. 

Deze datum staat bij ons bekend als ‘Driekoningen’. Volgens de Bijbel gingen drie koningen -of wijzen, afhankelijk van de evangelist, of soms worden ze als ‘magiërs’ betiteld- op zoek naar de lang voorspelde Verlosser, een Koning die een nieuw begin inluidde. Ze volgden een heldere ster, waarvan zij overtuigd waren dat daarmee een voorspelling, een oude belofte, werd vervuld.  

Hun geschenken, goud, wierook en mirre, hebben een metaforische betekenis. Hoewel de uitleg verschilt wil het zoveel zeggen als: symbolen voor zuiverheid, dienende liefde en ware kennis. Je zou toch zeggen dat dát juist ingrediënten zijn die ze toen bij die Verlosser zouden zijn komen hálen? Misschien werkt het andersom, en worden deze dingen vanzelf méér wanneer je ze deelt? 

Maar wie dit verhaal uitsluitend met hedendaagse westerse ogen leest, die doet zichzelf tekort. Zo hebben we in onze moderne tijd de sterrenkunde opgedeeld in astronomie en astrologie, wat vroeger niet het geval was. In een vroege vertaling van de Bijbel in het Grieks was die ster aangeduid als astèr (ἀστὴρ), wat op kometen, supernova’s of planeten (dwaalsterren zoals ze toen genoemd werden) kon duiden, maar ook een blik in de toekomst inhield. 

Sterren lijken in zeker opzicht op mensen. Een geboorte van een mens is de ultieme vorm van creatie: een mens maakt een nieuwe mens. Maar ook in de diepe kosmos zien we creatie: in uitgestrekte gasnevels worden sterren ‘geboren’ en ook hun levens zijn zo verschillend als die van mensen: ze worden geboren, bestaan een tijd, stralen krachtig, groeien als ze ouder worden, om vervolgens in kracht af te nemen en te sterven. Jonge sterren stralen hun intense warmte van binnen naar buiten uit en ze zijn omgeven door een magnetisch aura.  

Sterren houden verband met onze geboorte en ons leven. Wie kent niet de uitdrukking ´onder een gelukkig gesternte geboren zijn´? Want wie dat is overkomen, die wacht veel voorspoed en geluk.   

Hebben wij nog meer gemeen met die wijzen van toen uitdat oude verhaal? Nog steeds zijn we geneigd om het licht buiten onszelf te zoeken. Naar oplossingen als vrede en verdraagzaamheid die ergens aan de horizon gloren, wachten om ontdekt te worden. Hongerend naar een nieuw begin, hopend op een toekomst die mooier is dan het toekomstbeeld dat we eigenlijk vrezen. Al wat het van ons vraagt is om uit het donker te treden, en als het ware uit onze schaduw te stappen. Maar durven we daar ook op te vertrouwen? Welk licht gloort er voor ons in de verte? 

Tijdens een cursus die ik eens volgde kwam de vraag op: ‘Wat is gemakkelijker: jezelf veranderen, of jezelf te accepteren zoals je bent?’ Een interessante gedachte. Misschien is eerst het ene nodig om het andere te kunnen. Of is het juist andersom? Iedereen wordt wel op een of andere manier gekweld door tegenslag in het leven – de ene slag wat groter dan de ander, maar eraan ontkomen kunnen we niet. Dan rijst alleen de vraag of die tegenslagen niet onevenredig veel van onze aandacht vragen. En of onze wensen niet alle zegeningen die we al hebben ontvangen ondersneeuwen.  

Wat brengt mij in beweging, dit nieuwe jaar? En wat heb ik zelf daaraan bij te dragen? Ieder van ons is in staat om dat vlammetje te laten ontbranden. We hoeven niet op zoek te gaan naar die kracht buiten ons. We hoeven slechts in te zien dat we het licht in ons kunnen vinden. Er zit een supernova in ons! We hoeven alleen maar in te zien dat die kracht van vrede en liefde in onszelf zit.  

Laten we vooral in goed vertrouwen kleine zaadjes planten, in de hoop op een rijke oogst van vrede, liefde en verdraagzaamheid. Gewoon, eerst in eigen kring, die cirkel van invloed waar we wel aan bij kunnen dragen. Daar zit alle wijsheid en rijkdom in die we nodig hebben. En wie weet, gebeurt er iets magisch en wordt het alleen maar méér zodra we het delen en die kring vanzelf groter! 

Ik wens je een jaar vol liefde en vrede toe – het groeit al in je hart. 

Naar binnen!

Geplaatst op Geupdate op

Het leven wordt ‘donkerder’ nu de dagen korter worden. Het najaar doet ons beseffen wat we onderweg zijn kwijtgeraakt. Dat doet pijn en het maakt misschien zelfs onzeker.  

Dus keren we wat naar binnen. Letterlijk of overdrachtelijk, noodzakelijk of vrijwillig. Door corona of de griep, of het weer, maar ook: afscheid moeten nemen van vertrouwde omstandigheden of dierbaren maakt dat we naar binnen keren, vertragen, verstillen.  

‘Tu me manques’, zeggen de Fransen als ze ‘Ik mis je’ bedoelen. Dat zegt zoveel meer dan dat simpele missen of iets kwijtraken dat wij doen. Dat gaat dieper: je ontbreekt aan mij, je mankeert aan mij. Dat gaat over verlies dat pijn doet. En als het donker wordt, voelen we de pijn van gemis misschien nog wel meer. 

Nemen we genoegen met ‘binnen’, door de omstandigheden die ons beperken in beleven wat er ‘buiten’ gebeurt? Wat vinden we er?  

Misschien gaat het naar binnen keren juist over zoveel méér en zijn we op zoek naar datgene -of Diegene- die ons soms zo lijkt te ontbreken. Zoeken we dan niet te veel buiten ons wat zo dichtbij te vinden is, zoals je soms kunt zoeken naar een bril die op je hoofd zit?  

Je hoeft niet te zoeken. Wat echt van belang is vind je dichtbij: vanbinnen. 

– eerder verschenen in Spirit, jaargang 8 nummer 1, september 2022

Met de mantel der liefde – over de Dag van de Mantelzorg en Sint Maarten

Geplaatst op

Vandaag, 10 november, is het de ‘Dag van de Mantelzorg’. Daarbij dringt een hardnekkige associatie zich aan me op met de dag die hierop volgt: Sint Maarten. Het is me niet helemal duidelijk hoe het verhaal van de heilig verklaarde Romeinse soldaat Maarten, die zijn mantel in tweeën verdeelde en de helft aan een bedelaar gaf, is vervormd tot een traditie van snoep bedelen rond een lampionnentocht, maar goed; we kunnen in ieder geval concluderen dat hij de eerste ‘mantelzorger’ was… 

Die Sint Maarten-dag heeft best een rare datum: 11 november, oftewel 11-11, ‘De elfde van de elfde`. Gekkengetal. Of gekkenwerk, dat kan ook….  

Of er dit jaar weer een Sint Maarten-optocht bij ons door de straat zal trekken, weet ik niet. Wat ik wel weet, is dat op de laatste dag van oktober, de 31e, en de eerste dagen van deze maand, op de 1e en 2e november, kindertjes bij ons aanbelden en onder begeleiding van het roepen van “Trick or treat!” een tas onder mijn neus duwden, met de bedoeling om daar wat lekkers te ontvangen. Drie dagen op rij dus. De zomers duren weliswaar steeds langer, maar geldt dan nou ook voor de oude tradities? Blijkbaar liepen er wat buurtinitiatieven door elkaar heen, of kinderen en data liepen door elkaar heen. En dan op 11 november zeker weer aanbellen voor snoep? Dat lijkt me niet helemaal de bedoeling… 

Sint Maarten  was soldaat bij het Romeinse leger. Op een dag reed Maarten met een groep soldaten naar een stad. Het was winter en Maarten droeg een warme mantel. Toen de groep aankwam bij de stadspoort, kwam er een arme man op Maarten af. Hij had geen schoenen en geen jas aan en had het erg koud. Maarten wilde de man zijn mantel geven, maar het maakte deel uit van zijn soldatenuniform en het was strafbaar om onderdelen van zijn tenue kwijt te raken. Dus deed hij zijn mantel uit en hakte de mantel door de helft met zijn zwaard. Dat Sint-Maarten niet zijn hele, maar alleen zijn halve mantel schonk, was dus geen slimmigheidje om het keizerlijk gebod te omzeilen. Sint-Maarten handelde naar het woord ‘Heb je naaste lief zoals jezelf’.De Katholieke kerk heeft Maarten heilig verklaard en sindsdien wordt op 11 november Sint Maarten herdacht met de lampionnentocht, om symbolisch aan te geven dat je een lichtje kunt zijn voor een ander. 

Maar wat moeten wij dan met deze dag? Wat geven we hiermee aan en wat geven we hiermee door? Wat voor een lichtje kunnen wij hiervan opsteken? Was de onderliggende boodschap niet het delen met elkaar, in plaats van alleen maar te willen ontvangen? Ook in onze samenleving zijn er mensen die zorg nodig hebben. En daarbij gaat het niet alleen om fysieke zorg. Degenen die belangeloos hun tijd en aandacht geven om zorg te verlenen, noemen we heel treffend ‘mantelzorgers’. Net als Sint-Maarten omhullen ze anderen met een mantel van warme aandacht en zorgende liefde.

Ieder jaar rond deze tijd denk ik ook terug aan een kennisje. Ze was al heel erg ziek toen ik haar voor de laatste keer bezocht. Van dat bezoek heb ik naderhand gedacht dat ik er al te laat mee was en dat zij mij er misschien nog wel meer een plezier mee deed dan ik haar, maar goed. Dat paste bij haar, die bescheidenheid en haar talent om te geven, om uiteindelijk zichzelf weg te geven. Op 11 november was haar uitvaart. En het was net of haar afscheid kracht werd bijgezet en de wereld haar uitgeleide deed in een zee van licht door de talloze lichtjes van brandende lampions in de straten – en ook dàt is voor mij Sint Maarten… 

Hebben we vandaag de dag nog wel genoeg energie voor zoveel lichtjes? Door de stijgende energiekosten is het nog niet zo eenvoudig om het licht aan te steken of de verwarming open te draaien in de mate die we gewend waren. Het licht is dan misschien op rantsoen voor deze of gene, maar dat belet ons niet om zelf een lichtje voor een ander te kunnen zijn of een lichtje uit te dragen. Om daarin letterlijk voor een ander iets te kunnen betekenen, zijn er initiatieven ontplooid om de gestegen kosten voor gas en elektra met elkaar te delen: de energietoeslag die bijna iedereen in november en december ontvangt heeft niet iedereen even hard nodig. Zo is er bijvoorbeeld het warmhartig platform 190euro.nl die de ‘energiearmoede’ helpt te ondervangen voor noodlijdende gezinnen. Want een warme mantel kunnen velen deze winter goed gebruiken – letterlijk en figuurlijk! 

‘Veel zal hij geven, lang zal hij leven.
Geen van tweeën wordt er armer van,
alle twee word je er warmer van’

Ja, op 10 november gaat het om heel wat anders dan het (uit)delen van snoep: dan gaat het om al die mensen die, doorgaans mateloos en grenzeloos, de zorg dragen voor een ander, die geven zonder terug te willen ontvangen. Al die zorg bedekken ze met de mantel der liefde. Mantelzorg: momenten van intensieve zorg, intiem en persoonlijk –  een kleurrijke en warme mantel, maar van tijd tot tijd ook zwaar en beknellend. 

Misschien kunnen we een beetje liever zijn voor al die helden zonder cape. Misschien kunnen we soms even die mantel van een ander aanpakken, of ervoor zorgen dat die mantel van zorg wat minder zwaar op de schouders leunt? Want zorgen: dat vraagt om bewondering en respect, en daar moeten we zuinig op zijn… Mantelzorg: soms gekkenwerk, maar uiteindelijk niets dan liefdewerk! Het leert ons dat we tenminste voor elkaar een lichtje in donkere dagen kunnen zijn! 

When The Saints Go Marching In

Geplaatst op Geupdate op

over Allerheiligen – en dat zijn er best veel…

  • serie wandtapijten ‘All Saints’, John Nava in the Cathedral of Our Lady of the Angels, L.A.

‘When the Saints Go Marching In’, is een bekende Amerikaanse ‘hymne’ die ze in New Orleans hebben aangenomen als hun onofficiële volkslied, en die in de loop der tijd is vertolkt door grootheden als Louis Armstrong, Fats Domino, Elvis Presley, B.B.King, Mahalia Jackson en vele, vele anderen en er spreekt gospel tussen de regels door.  

Laat die heiligen vandaag, 1 november, met Allerheiligen, maar binnenkomen, met de hele santenkraam!  

Ze zijn er in soorten en maten. Elke dag kan een heilige in het zonnetje gezet worden als we kijken naar de heiligenkalender. Aan sommigen zijn gebeden gewijd en aan enkelen zelfs processies of een hele bedevaart; heiligen aanroepen kan en mag naar believen. 

Wie katholiek is opgevoed, is vertrouwd met kerkelijke kunst en weet dat heiligen met een aureool, gebarend (wijzend, zegenend, biddend) en met vaste voorwerpen worden afgebeeld. Ze hebben dus hun eigen spulletjes waarmee ze rondsjouwen.   

Sommigen hebben deeltaken gekregen. Dat behelst zelfs moderne problemen waarover ze zich buigen: zo is er een heilige van het internet, de televisie, de mobiele telefoon, en zelfs tijdens de pandemie konden we ons richten tot de heilige Corona, alias St Stephania.  

We kennen zelfs een “Beschermheilige van wanhopige gevallen en verloren zaken”: St. Judas Thaddeus. Hij had als bijnaam ‘de dappere’ – voor wanhopige zaken een handige karaktereigenschap. Het zou zomaar kunnen dat hij een heel druk kantoor te runnen heeft. Hij wordt doorgaans afgebeeld met een knots of een bijl, wat misschien betekent dat hij korte metten maakt met dergelijke zaken. 

Een bekende ‘last’ is die van St Christoffel, de reus die ‘Christusdrager‘ wordt genoemd, omdat hij het Christuskind op zijn schouders droeg. Dat overigens zonder zijn weten, waardoor hij bijna verdronk terwijl ze de rivier overstaken. Letterlijk en overdrachtelijk kan hij ons van pas komen tijdens onze reis, als wij dreigen te bezwijken onder onze last; weet dan dat Christus op je schouders rust! Er is ook een heilige die bescherming biedt tegen kwade echtgenoten, maar diens hulp heb ik goddank nog nooit hoeven inroepen. 

Dienen zij hiermee als mediator van Christus, of als voorbeeld en identificatiefiguur, of zijn ze een soort van talisman? Heeft het een diepere religieuze betekenis wanneer we bijvoorbeeld als we iets kwijt zijn de heilige Antonius aanroepen, of is dit eerder een element van bijgeloof of volksdevotie? In welke zin kunnen heiligen nog steeds een inspiratiebron vormen voor mensen vandaag de dag? Hebben ze ons nog iets te zeggen? Bieden ze ons steun en bescherming? 

Heiligen hebben twee functies. Allereerst dienen ze ons als voorbeeld. Hun levenswijze was zo inspirerend, dat we er een voorbeeld aan kunnen nemen. Ze worden heilig genoemd, omdat ze nauw verbonden met God geleefd hebben. Daardoor straalt hun leven iets uit, een aspect van Gods liefdevolle aanwezigheid. Kortom, het zijn mensen die ons hebben voorgeleefd. Het tweede is al genoemd: in onze gebeden kunnen we hun hulp inroepen. We vragen dan of zij in de hemel bij God met ons hier op aarde meebidden om onze intenties kracht bij te zetten, als wij het moeilijk hebben.   

Hoewel ze een niveau van bovenmenselijke invloed bereiken, is er overigens wel een voorwaarde verbonden aan de functieomschrijving van heilige: voor een heiligverklaring moet er wel een wonder gebeurd zijn… 

Heiligen zijn ooit begonnen als heel gewone mensen, van alle tijden en van overal ter wereld. De verhalen van heiligen vertellen ons iets over bewogen levens, die dankzij de kracht van hun overtuiging bewogen van donker naar licht, van angst naar vertrouwen. 

Het zijn mensen die we vandaag de dag nog kunnen ontmoeten en misschien werkt dat nog steeds zo. In hun moderne alledaagse verscheidenheid. Want zo zijn heiligen: zo divers als de mensheid zelf. En als je goed kijkt, dan vind je ze. 

*blog eerder verschenen in ‘Spirit’ september 2022, uitgave parochie R.K.Amstelland i.s.m. De Zalige Zalm

Tijd genoeg?!…voor stilte

Geplaatst op Geupdate op

Vandaag gaat de wintertijd in – terwijl de zomer nog niet eerder zo lang aanhield en de afgelopen dagen de warmterecords werden verbroken. Maar toch, het is toch echt herfst: de bomen laten hun bladeren los of andersom en de lage zon trekt lange schaduwen en doet de nacht sneller invallen. Onmiskenbaar de aankondiging van de naderende winter. En nu dan een uurtje extra in deze dag (althans: in die landen op de wereld waar er een verschil tussen de kloktijd zomers en ‘s winters opgaat).  

Wintertijd: je wint-er-tijd-mee. ‘Je krijgt er een uur bij’, zeggen ze, maar van wie dan? Bovendien moeten we dat uur over een half jaar weer inleveren. Het lijkt de Belastingdienst wel. Het heeft een voordeel: het is ‘s morgens eerder licht. Het nadeel is dat het ‘s avonds eerder donker wordt. Enfin, het ligt dus helemaal aan jezelf wat je doet met de tijd die je krijgt, vandaag en alle dagen. 

Dag van de Stilte 

Het is eveneens de Dag van de Stilte vandaag. Omdat in dat extra uur dat je vandaag is gegeven je er misschien goed aan doet om even stil te staan. Echt terug in de tijd kunnen we natuurlijk niet, maar even stilstaan is soms al een hele vooruitgang… in een moment van zelfreflectie. Omdat stilte ook louterend kan werken, in een tijd waarin we soms zo overstemd worden door geluid. Zelfs de stille fluistering van vallende herfstbladeren wordt hier en daar nog overstemd door bladblazers – wat een onzinnige uitvinding! 

Er is in deze tijd van het jaar zoveel om bij stil te staan: aankomende week is het ook weer Allerzielen en Allerheiligen, dagen om degenen die niet meer onder ons zijn maar nog altijd in en om ons heen zijn te eren en te gedenken. En daar hoeft eveneens geen geluid bij. Daarbij past de stilte en niets meer dan dat. Niets is genoeg. 

Te veel geluid 

In de hectiek van ons dagelijks bestaan wordt de stilte nog zo dikwijls overstemd. Impulsen, de vraag om aandacht, de roep om méér. Maar de roep om stilte groeit eveneens. Geluid, we hebben er gewoon te veel van. De laatste weken is veelvuldig in het nieuws dat de organisatoren van concerten en festivals zich geen klap aantrekken van het groeiend aantal mensen dat kampt met tinnitus: blijvende gehoorbeschadiging. Vooral onder jonge mensen is het een groeiende kwaal. Een mankement dat zich niet meer hersteld, maar waardoor een constante bromtoon het leven van degenen die hiermee te kamen hebben genadeloos overneemt. Constant geluid: dat is toch een vloek?  

Maar ook de constante aanwezigheid van impulsen via de moderne technologie laat ons zelden met rust, als de appjes en piepjes van mail- of pushberichten onze zintuigen doorlopend kietelen, ook wanneer dat helemaal niet noodzakelijk is. En dan vind ik het vaak een heel zegen dat er ook een uitknop zit op alle apparatuur en dat ik ervoor kan kiezen om soms even heerlijk onbereikbaar te zijn. Laat de wereld dan maar even doordraaien zonder mij. Fijn dat ik daar ook bewust voor kiezen kan. 

Wat valt er over stilte te zeggen? 

Don’t break the silence unless you can improve it ‘, is een bekend gezegde. De stilte, hoe zou je die kunnen verbeteren? Hoe kun je daar iets aan toevoegen? Door deze schijnbare tegenstelling én omdat het vandaag de Dag van de Stilte is, durf ik er toch wat over te zeggen en hopelijk ook iets aan toe te voegen. Echt iets zeggen doe ik niet, want wie luistert er dan: zijn dat mensen die de kracht van diepe stilte goed kennen, of juist daarnaar op zoek zijn? Misschien moet je de stilte helemaal niet uit willen spreken? Stilte is veelzeggend en stilte spreekt al voor zich. Dus nee, erover spreken is voor mij niet weggelegd. Maar ik durf er wel wat gedachten aan te wagen. 

Soorten stilte 

Er bestaan verschillende vormen van stilte en ieder hoort in de stilte iets anders. Wat voor de een aanvoelt als een kwelling, voelt voor de ander als balsem voor de ziel. Het komt ook niet altijd en niet voor iedereen gelegen. Stilte: soms zoeken we het, soms vindt het ons. Stilte klinkt overal hetzelfde, maar kent toch veel varianten; je hart bepaalt wat je erin hoort. 

Stilte, om bang voor te worden? 

Het lijkt iets geworden om bang voor te zijn, want in de stilte krijgen onze diepste angsten alle ruimte. Dus omringen we ons liefst continu en overal met geluid. En tegelijk: is het ook niet een gegeven dat onze samenleving zich verhardt? Het aantal alleenstaanden neemt toe. De zorg loopt terug, waardoor veel mensen in zorgcentra vereenzamen. Dan lezen we in de krant dat iemand maanden dood in huis heeft gelegen, voordat hij of zij werd opgemerkt – geleefd of anders in ieder geval gestorven in eenzaamheid. De ik-maatschappij heeft zijn prijs zolang we nog niet in de wij-vorm denken. En dan valt er soms een ongemakkelijke stilte. 

Er bestaat naast de stilte van de eenzaamheid nog een onaangename vorm van stilte. Ik heb een aantal keren de stilte ervaren, op een stoel naast een ziekenhuisbed. Daar voerde De Dood een verwoede strijd met degenen die ik liefhad. De strijd van leven op dood kent een beklemmende stilte, die als een zwarte deken over je heen valt en je het ademen haast beneemt. Ongemakkelijke stilte die haast hoorbaar valt. Nadrukkelijk en voelbaar aanwezig. De echo van die stilte klinkt door in het tikken van de klok, die schijnaar een vast onderdeel vormt van ziekenzalen, om ons bewust te maken van de eindigheid van ons menselijk bestaan. Dat is stilte die ons vindt wanneer wij het niet zoeken. 

De stilte doorbroken 

Begrijp me niet verkeerd: ik realiseer me dat in de huidige communicatie-maatschappij nieuwe ontwikkelingen de eenzaamheid juist doorbreken, zoals het geval is met social media. Dan is het een kwestie van het vinden van nieuwe wegen en oplossingen. Door behoeften en nieuwe inzichten te combineren, ontstaat soms een bijzondere win-win situatie. Zo las ik over een project voor Braziliaanse tieners, die via skype contact onderhielden met eenzame bejaarden in Amerika. De ene groep kon de taalvaardigheid opvijzelen, terwijl de andere nieuwe aanspraak vond. Het kan veel mensen makkelijk uit hun isolement halen. Het internet is niet voor niets de deur naar ongekende mogelijkheden en oneindige contacten. De verbondenheid tussen mensen is tegenwoordig snel en draadloos.  

Hoewel het gebruik van social media in onze maatschappij niet meer weg te denken is, belet het ons niet om over de vorm en intensiteit na te denken. Als het probleem van eenzaamheid niet on-line is op te lossen, dan zit er nog altijd een uitknop op het apparaat dat ons belet om ouderwets contact te maken. 

Veelzeggende stilte 

Soms spreekt een andere stilte. In de momenten rond een operatie hing ik eens rond in het ziekenhuis. Daar vond ik een `stilteruimte´. Bijzonder om te constateren dat stilte om ruimte vraagt en het kennelijk ook heeft als je het zoekt. Zelden klonk stilte zo mooi, zo troostend en bemoedigend. Toen ik er een kaars aanstak, ontbrandde er tevens een gebed in mij. De ruimte was gevuld met gebeden die er gepreveld maar nooit vertrokken zijn. De angst die als een grauwsluier over mensen ligt, wordt verjaagd door het licht van het stille gebed, tot we weer lucht krijgen. Het behoedt ons tegen de zinloosheid van de angst. Angst is een sprong in het diepe, zonder het valscherm van de hoop. Wanneer ons hart te klein blijkt om alles vast te houden, zoeken we naar de hand die ons optilt. Zachte, troostende stilte, dat is wat wij nodig hebben. 

De stille stem in jezelf  

Heeft niet iedereen zo´n stilteruimte in zichzelf? Zo klein dat je er misschien naar zoeken moet? Als je het hebt dan resoneert het liefde en licht, als je het niet hebt, dan zal je het ook niet vinden. En de stilte luistert als wij zwijgen in alle talen. Misschien bestaat daarom een groeiende behoefte om in deze hectische wereld bewust de stilte op te zoeken. De stilte spreekt aan. Dat zien we in stilteruimtes, stilte-werkplekken, stiltecoupés; of stilte-retraites in kloosters, als tegenhang voor de continue bereikbaarheid die mensen via hun telefoons of social media-contacten menen te moeten hebben. 

Het is een weldaad om de stilte de ruimte te geven. Ruimte voor je diepste gedachten of als bron van inspiratie. Vaak krijgt het pas een plek als er de tijd aan geschonken wordt, ingegeven door (religieuze) periodes van zelfreflectie, vasten, stilteretraites of pelgrimages, of simpelweg geboren uit de wens om het lawaai even te ontstijgen.
 Het is die voedende wijze stilte die monniken hun leven lang aan een klooster kan binden. Ook deze tijd, in de donkere dagen van het seizoen waarin het leven zich in zichzelf terugtrekt, kenmerkt zich door de ingetogenheid van de stilte. De louterende kracht die ervan uitgaat wint terrein. Het is zowel een leraar als bron van diepe wijsheid. 

Door stilte kom je in balans 

Het hanteren van een vastenperiode, waar de stilte deel van uitmaakt, is een gebruik dat binnen veel religieuze stromingen is geborgen. Het is een periode van matiging, die zich beslist niet alleen kenmerkt door ‘het zich onthouden van voedsel’. In die periode van matiging ontstaat ruimte voor zelfreflectie. Daarbij helpt het fysieke vasten, maar evenzeer helpt het om af en toe stil te staan bij en (opnieuw) bewust te worden van de overvloed die we wellicht ervaren. Om na te denken over de rol die we voor onszelf en de ander op deze wereld vervullen, over dingen denken die we anders of beter kunnen doen. Daarmee breng je de dingen weer een beetje beter in balans. Zo breng je de stilte in jezelf. Dat is niet alleen een fysiek, noch alleen een mentaal proces. Lichaam en geest vormen immers een geheel.  

Het is ook een kwestie van loslaten. Loslaten van de lasten die we meezeulen, loslaten van gewoontes die aan ons kleven maar uiteindelijk niet bij ons horen. Een loslaten dat bevrijdend werkt, omdat ruimte ontstaat voor ‘nieuw’. Een periode van reiniging door stilte, om daarin de ruimte te vinden om zelf te groeien. Het is in essentie een persoonlijke ervaring, wat voor invulling je er ook aan geeft.  

Stilte: ruimte om in te groeien 

Loslaten, zoals de boom haar blad verliest. Het lijkt alsof het leven uit de boom verdwijnt, wanneer zij afstand doet van haar bladeren. Maar de boom gaat niet dood. Integendeel! We zien slechts de verstilling. Wie goed kijkt, ziet dat een herfstboom eigenlijk vol leven zit. Leven dat nog komen moet, maar dat tijd nodig heeft om te groeien. Nieuwe scheuten aan de boom zitten als kleine uitsteeksels aan de uiteinden van de takken. De bladeren die de boom verliest, zijn slechts overbodige ballast die kracht en energie aan de boom onttrekken. Kracht die de boom hard nodig heeft om tot de volgende groeifase te kunnen komen. De boom bundelt zijn kracht, totdat op het juiste moment in de tijd de boom zijn pracht weer tonen kan en blad, bloem, zaad en vrucht voortbrengt.  

Stilte is een vorm van transformatie. Op al het ‘oud’ volgt ‘nieuw’. Wie weet schuilt daar wel een boodschap voor ons in: soms moeten we dat we met ons meedragen maar hoort tot ons verleden afleggen, zodat we onze handen vrij hebben om iets nieuws aan te pakken. Om onze kracht te hervinden zodat we kunnen groeien, tot we op het juiste moment in bloei komen. 

In stilte spreekt de wijsheid 

Stilte die heelt, die bemoedigt. In die stilte voorbij de ruis liggen alle antwoorden. Dat is de stilte die zoveel zeggen kan. Ik zoek en vind daarin een stilte zoals een lenteochtend, waarin alles ontwaakt en het nieuwe leven nog niet weet hoe het leven moet. Die een groter gebeuren aankondigt, maar tot die tijd mij groeien laat. Omdat het niets vraagt. Als een gebed zonder woorden. Maar misschien voelt dat voor een ander als een gebed zonder end? Praat ik te veel over stilte? Misschien werkt de stilte zodanig individueel, dat het nimmer overdraagbaar is? Het is tenslotte een persoonlijke ervaring en klinkt voor iedereen anders. 

Stilte verbindt 

Juist in de stilte kunnen we verbondenheid ervaren. In de eerste plaats met onszelf. Zodra je in staat bent om de rust in jezelf te vinden, waar je ook bent, word je geconfronteerd met de stem van je eigen gedachten. Ze kunnen komen en gaan, ze krijgen de ruimte om er te zijn. Pas in stilte kun je het beste luisteren. Een luisteren dat bestaat uit waarnemen, zonder te oordelen, laat staan te veroordelen. In die stilte vind je de verbondenheid met je diepste ‘ik’. Vanuit die innerlijke verbondenheid is het niet zo lastig om ook de verbinding met anderen te ervaren. Stilte om te ontdekken dat er een zachte stem fluistert, nee róept, om vrede. We kennen nog de vrede in ons land, maar kennen we ook vrede in ons hart?  

Het initiatief achter de ‘Dag van de stilte’ is interreligieus, net als de stilte zelf. Meditatie of gebed is niet per se aan geloof gebonden, maar aan persoonlijke behoefte naar rust en groei. Stilte vraagt om de ruimte om daarover na te denken. Met z’n allen tegelijk, want gedeeld gedachtegoed maakt krachtig. Stilte om te bidden, te vragen of te wensen. Stilte is universeel. Stilte schept ruimte. En dan valt er heel wat te winnen. Al is het maar een uurtje, al begint het maar met een dag…. 

Stilte: zowel confronterend als helend, lerend of delend.  
Stilte is even overweldigend reusachtig als uitermate klein.  
Soms wil stilte alleen maar ZIJN

Tijd genoeg! Kijk maar!

Een ode aan de tijd vind je in dit nummer: Tijd genoeg’ van Doe Maar’

Als het gras twee kontjes hoog is?!

Geplaatst op Geupdate op

Vandaag is het de ‘Internationale Dag van het Naakt Tuinieren’, lees ik net. En dan denk ik meteen in een reflex: stel dat je dat dan doet vandaag, dan is het maar te hopen dat je buren (voor zover die zicht hebben op je tuin natuurlijk) dat bericht ook ergens gelezen hebben. Anders zou je toch maar mooi misbegrepen kunnen worden? Of ze staan vervolgens iedere dag je tuin in te staren, in de hoop dat je wederom in je geboortekostuum met maaien en wieden in de weer bent. Om daar vervolgens weer een heel jaar op te moeten wachten. En gelukkig is deze zaterdag in mei daarvoor aangewezen, want het ziet er voorlopig naar uit dat het weer een beetje zonnig wordt vandaag.

Naakt tuinieren, ik word daar wat lacherig van. Met het verstrijken der jaren heb ik er al moeite mee om me in een druk zwembad of op het strand weer in een bikini te vertonen, laat staan met niets. Maar aan de andere kant denk ik net zo goed, heel eigenwijs: ‘Wat is dat dan precies, een ‘bikinifiguur’? Trek een bikini aan en je hebt vanzelf een bikinifiguur!’ Met de troostrijke gedachte dat rond ook een vorm is, voel ik me dus eigenlijk prima in vorm. Maar ik vind het nog meer prima dat de tuin al aan kant is. Misschien ga ik er wel in zitten vandaag. Languit, met een boek. Met m’n kleren aan. Of hooguit in bikini. Fijne zaterdag allemaal!

Thank God It’s Friday: Goede Vrijdag!

Geplaatst op

Had ik je al een Goede Vrijdag gewenst vandaag? Want vandaag is het ‘Goede Vrijdag’. Op de een of andere manier is bij die term de associatie met ‘Thank God it’s Friday’ in mijn hoofd gekropen; de titel van een Amerikaanse discofilm, maar ook de naam van een restaurantketen in Amerika, waar ze werkelijk goddelijk lekkere steaks bakken. En dan, tja, is de vrijdag niet voor de meeste mensen wel goed, vanwege het vooruitzicht op het naderende (extra lange) weekend? Maar goed: ‘goed’? Het is maar wat je ‘goed’ noemt. Het heeft meer iets weg van een erg slechte dag, als je de betekenis beter beschouwt. Laten we het er maar op houden dat ´Het Goede´ in de wereld op die dag aan de mensheid was ontvallen, want op Goede Vrijdag wordt de lijdensweg en de dood van Jezus aan het kruis herdacht. 

De kruisweg 

Op veel plekken komt men op deze dag rond 15.00 uur in de kerk bijeen voor de kruisweg. Deze kruisweg herinnert aan de weg die Jezus ging van het paleis van Pilatus, waar hij veroordeeld werd, naar de berg Golgotha en deze bestaat uit veertien staties of halteplaatsen in de kerkruimte, waar telkens een feit uit de kruisweg van Jezus wordt herdacht. We dragen de beelden in vele vormen nog met ons mee. 

Gisterenavond heb ik weer voor de buis gezeten om The Passion te zien. In de ongewone setting van de stille straten in de tijd waarin we nu leven had het geheel een ongewone sfeer. Over de muzikale invulling wordt verschillend gedacht, maar dat de kracht van een verhaal doorgaans ligt bij de kracht van de verteller, dat mocht wat mij betreft blijken door de subtiele persoonlijke verwijzingen van verteller Ruud de Wild. 

Feit of fictie  

Jezus moet hoe dan ook een zeer inspirerende persoonlijkheid geweest zijn, in die dagen. Voor zijn vrienden en volgelingen was hij de Messias, maar voor de Romeinse overheerser een onruststoker, een rebel, een vrijheidsstrijder die door een groeiende groep aanhangers een bedreiging vormde. Was Hij slechts een historisch figuur of de menselijke godsverschijning, de Zoon van God of net zo goed als wij dat zijn: kind van God? Hoe dan ook onschuldig, of de onschuld zelf. Gevangengenomen en berecht. Verraden door een kus; hoe in-en-in slecht is het niet om verraden te worden door zo een liefhebbend gebaar? 

Een oud verhaal, of… actualiteit? 

Hoe dan ook: op die dag had de angst van de overheerser ervoor gezorgd dat deze mens aan wreedheden is gestorven. Angst voor het onbekende, of angst voor het feit dat de simpele boodschap van de Liefde niet werd begrepen. En toen viel het doek… 

De passie wordt voortgezet in het dagelijkse lijden, de miserie, de verlatenheid en het buitensporige geweld. En dan wordt het ineens merkwaardig en pijnlijk actueel: wassen wij onze handen nog steeds stuk, of wassen wij ze nog in onschuld? Durven leiders vandaag de dag nog op te staan voor de waarheid, of is het als riet meebewegen met de wind om niet gemaaid te worden? Tellen de gunsten van het volk, of handelen leiders uit eigenbelang? Ook nu worden mensen en volkeren onderdrukt en onschuldigen zonder eerlijk proces berecht en vermoord.   

Wat moeten wij, wat moet ik hiermee? 

Wat kunnen wij met deze boodschap? Zit er misschien een les in, iets waar wij vandaag de dag nog van kunnen leren? Hoe trouw zijn wij eigenlijk nog aan datgene waarin we oprecht geloven? Brengt niets ons dan uit ons evenwicht? Als wij het belang van de liefde niet meer zien, is de liefde dan nog wel van belang? En wat brengt het mij persoonlijk voor boodschap? Als ik er al een boodschap aan heb… 

Misschien zijn ook wij wel te beïnvloeden door de massa, of door de ogenschijnlijk gevestigde orde. Misschien keren wij net zo gemakkelijk de voortvluchtigen in deze wereld de rug toe, wanneer we ze niet op hun woord willen geloven. Kunnen wij de gevestigde orde wel op hun woord geloven? Onschuldigen worden uitgeruild tegen schuldigen en vervolgens beschuldigd en berecht. Om dan hocus-pocus-pilatus-pas de handen in onschuld te wassen. De angst overwint en de chaos regeert. Geen haan die ernaar kraait. Of toch….?  

Waar staan wij? 

We staan vandaag onder het kruishout. We kruisigen de Onschuldige zonder te zien, zonder Hem een broederlijke en vriendschappelijke hand toe te steken als Hij zijn kruis en ons lijden draagt.  

Maar het lijden van Goede Vrijdag is geen zinloos offer, zo luidt de boodschap. Het is een offer in liefde dat leven en menswaardigheid voortbrengt. En toch: Jezus sterft in eenzaamheid. Niemand helpt, niemand is zijn deelgenoot. De massa vervolgt haar weg in stilte.  

Vandaag worden we uitgenodigd om op te kijken naar het kruishout en het lijden onder ogen te zien. Het is er, onmiskenbaar. Een rauwe werkelijkheid van zo’n 2000 jaar terug, maar vandaag de dag nog zo pijnlijk actueel. Het lijden en het sterven: het lijkt allemaal zo zinloos…  

Vandaag mogen we opkijken naar wat liefde doet. Jezelf geven is het meeste dat je geven kunt en het laatste dat overblijft als je alle bezit wegdenkt.  

Vandaag mogen we zien dat die liefde ons opheft. Het lijden en sterven is uiteindelijk een weg die sterker is dan de dood, want het is een weg dóór de dood. Sterven om opnieuw geboren te worden: een troostrijke gedachte.   

Vandaag mogen we vooral zien wat vandaag-de-dag in ons leven doet. Leven vanuit de liefde die Jezus ons naliet – een eeuwigdurende erfenis. We worden opgetild uit onze eigen dood van zonden en gedragen naar het Nieuw.  

Dankzij Goede Vrijdag mogen wij dankbaar het hoofd hooghouden en uitzien naar de toekomst. Mogen we daarin eens geloven… 

Ik wens je hoe dan ook een Goede Vrijdag!